Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: de Algemene Vergadering en de Raad van Commissarissen van Bovemij N.V.

Verklaring over de jaarrekening 2024

Ons oordeel

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Bovemij N.V. (‘de vennootschap’) een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de vennootschap en de groep (de vennootschap samen met haar dochtermaatschappijen) op 31 december 2024 en van het resultaat over 2024 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (‘BW’). 

Wat we hebben gecontroleerd 

Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2024 van Bovemij N.V. te Nijmegen gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening van de groep en de enkelvoudige jaarrekening.

De jaarrekening bestaat uit: 

  • de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2024;

  • de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2024; en

  • de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is Titel 9 Boek 2 BW. 

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. 

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. 

Onafhankelijkheid

Wij zijn onafhankelijk van Bovemij N.V. zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). 

Onze controleaanpak

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de kernpunten, fraude en continuïteit, en de aangelegenheden daaruit, bepaald in de context van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. De informatie ter ondersteuning van ons oordeel, zoals onze bevindingen en observaties ten aanzien van individuele kernpunten, de controleaanpak frauderisico’s en de controleaanpak continuïteit, moet in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies. 

Samenvatting en context 

Bovemij N.V. is een vennootschap die aan het hoofd staat van een groep. Deze groep richt zich primair op de mobiliteitsbranche door het aanbieden van verzekeringen, financieringen en data-activiteiten. De groep bestaat uit verschillende groepsonderdelen en daarom hebben wij de reikwijdte en aanpak van de groepscontrole overwogen zoals uiteengezet in de paragraaf ‘De reikwijdte van onze groepscontrole’.

Het financiële jaar 2024 kenmerkte zich door de effecten van de eind 2023 ingezette nieuwe strategie en het nemen van maatregelen ten behoeve van de verbetering van het rendement en de solvabiliteitspositie. Deze maatregelen en de hoogte van de solvabiliteitspositie hadden een invloed op de controleaanpak, zoals beschreven in de sectie ‘Materialiteit’, ‘De reikwijdte van onze groepscontrole’ en ‘De kernpunten van onze controle’. Voor PwC was boekjaar 2024 het eerste jaar als controlerend accountant.

Als onderdeel van het ontwerpen van onze controleaanpak hebben wij de materialiteit bepaald en het risico van materiële afwijkingen in de jaarrekening geïdentificeerd en ingeschat. Wij besteden bijzondere aandacht aan die gebieden waar de Raad van Bestuur belangrijke schattingen heeft gemaakt, bijvoorbeeld bij significante schattingen waarbij veronderstellingen over toekomstige gebeurtenissen worden gemaakt die inherent onzeker zijn.

In de 'Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening' in paragraaf 'Gebruik van schattingen en veronderstellingen' van de jaarrekening heeft de vennootschap de schattingsposten en de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheid uiteengezet. Vanwege de significante schattingsonzekerheid en het gerelateerde hogere inherente risico verbonden aan de waardering van de technische voorziening voor te betalen schaden (incl. IBN(E)R), de toelichting op de kapitaalpositie op basis van Solvency II-regelgeving en de waardering van het vastgoed als onderdeel van de niet- beursgenoteerde beleggingen, hebben wij deze aangemerkt als kernpunten zoals uiteengezet in de paragraaf ‘De kernpunten van onze controle’. Tevens hebben wij de impact van de strategische heroriëntatie en de IT general controls en interne beheersing aangemerkt als kernpunt vanwege de impact op de organisatie en onze controle

In de 'Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening' in paragraaf 'Gebruik van schattingen en veronderstellingen' van de jaarrekening heeft de vennootschap meer schattingen opgenomen, wij hebben niet al deze schattingen als significant aangemerkt en niet als kernpunt van onze controle. De niet-beursgenoteerde beleggingen die toezien op hypotheekfondsen en andere leningen kennen lagere inherente risico’s en bevatten minder schattingsonzekerheid, derhalve hebben wij deze niet aangemerkt als kernpunt.

Management heeft daarnaast een belangrijke schatting op vorderingen uit hoofde van lease benoemd. Gezien het afbouwen van deze portefeuille en de lagere inherente risico’s verbonden met deze portefeuille hebben wij deze niet aangemerkt als kernpunt.

Bovemij N.V. heeft de potentiële impact van klimaatverandering op haar financiële positie beoordeeld. In de paragraaf 'Risicomanagement' in het bestuursverslag heeft de entiteit de risico’s voortkomend uit de klimaatverandering nader toegelicht. Hierbij geeft de Raad van Bestuur aan dat zij het grootste risico ziet bij calamiteiten vanuit hagel en overstroming die een hoge schadelast veroorzaken. Dit risico wordt beheerst door aangegane herverzekering en doordat de polissen kortlopend van aard zijn waardoor de premies jaarlijks kunnen worden aangepast. De beleggingen zijn voor het merendeel beursgenoteerd, waarbij zij veronderstelt dat het risico van klimaatverandering in de beurskoers is gereflecteerd. Wij hebben de beoordeling van de aan klimaat gerelateerde risico’s door de entiteit besproken met de Raad van Bestuur en de potentiële impact op de financiële positie inclusief de onderliggende assumpties en schattingen geëvalueerd. De verwachte effecten van klimaatverandering leiden niet tot een kernpunt van onze controle.

Wij hebben ervoor gezorgd dat de controleteams, zowel op groepsniveau als op het niveau van de groepsonderdelen, over voldoende specialistische kennis en expertise beschikten die nodig zijn voor de controle van een verzekeringsbedrijf. Naast accountants met kennis en ervaring op het gebied van de controle van verzekeraars, hebben wij daarom actuariële en IT- specialisten en specialisten op het gebied van onroerend goed waarderingen en financieringen in ons team opgenomen.

Wij hebben mede als gevolg van geconstateerde leemtes op het gebied van IT general controls en de staat van de interne beheersing, zoals benoemd in 'De kernpunten van onze controle', een grotendeels gegevensgerichte controle uitgevoerd.

De hoofdlijnen van onze controleaanpak waren als volgt:

Materialiteit

  • Materialiteit: €3.700.000

Reikwijdte van de controle

  • We hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd op één locatie.

  • Dekking controlewerkzaamheden: 100% van de geconsolideerde en enkelvoudige premieomzet, 79% van het geconsolideerde en enkelvoudige balanstotaal en 70% van het geconsolideerde en enkelvoudige resultaat voor belastingen.

Kernpunten

  • Waardering van de technische voorziening voor te betalen schaden (incl. IBN(E)R)

  • Toelichting op de kapitaalpositie op basis van de Solvency II-regelgeving

  • Waardering van niet-beursgenoteerde beleggingen – vastgoed

  • Impact van strategische heroriëntatie

  • IT General Controls / interne beheersing

Overwegingen voor de eerstejaarscontrole 

Na onze benoeming tot accountant van de vennootschap hebben wij een uitgebreid transitieplan ontwikkeld en uitgevoerd. Wij hebben, als onderdeel van dit plan, kennis en begrip verkregen van de strategie van de groep, de bedrijfsactiviteiten, de interne beheersingsomgeving en de IT-omgeving. We zijn nagegaan hoe de jaarrekening en het interne beheersingsraamwerk van de vennootschap en de groep beïnvloed werden door deze aspecten. Wij hebben, aanvullend hierop, de jaarrekening van het vorige verslagjaar gelezen en een review uitgevoerd op de controledossiers van de voorgaande accountant en hebben de uitkomsten van de hierin opgenomen werkzaamheden besproken en geëvalueerd. We hebben met de voorgaande accountant de eindbesprekingen en de bijeenkomsten van de auditcommissie en de algemene vergadering van aandeelhouders met betrekking tot de controle over 2023 bijgewoond. Op basis van, onder meer, deze werkzaamheden en activiteiten hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie verkregen over de beginsaldi. Verder hebben wij onze risicoanalyse gemaakt, onze controlestrategie bepaald en ons controleplan voor 2024 opgesteld. Het controleplan hebben wij besproken met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. 

Materialiteit

De reikwijdte van onze controle wordt beïnvloed door het toepassen van materialiteit. Het begrip ‘materieel’ wordt toegelicht in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij bepalen, op basis van ons professionele oordeel, kwantitatieve grenzen voor materialiteit waaronder de materialiteit voor de jaarrekening als geheel, zoals uiteengezet in onderstaande tabel. Deze grenzen, evenals de kwalitatieve overwegingen daarbij, helpen ons om de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden voor de individuele posten en toelichtingen in de jaarrekening te bepalen en om het effect van onderkende afwijkingen, zowel individueel als gezamenlijk, op de jaarrekening als geheel en op ons oordeel, te evalueren.

Materialiteit voor de groep

€ 3.700.000

Hoe is de materialiteit bepaald

Wij bepalen de materialiteit op basis van ons professionele oordeel. Als basis voor deze oordeelsvorming gebruikten we 2% van het eigen vermogen. Voor de controle van de Solvency II- informatie in de jaarrekening hebben wij onze werkzaamheden zodanig ingericht dat een afwijking van maximaal 5%-punt van de Solvency II-ratio ongedetecteerd zou kunnen blijven.

De overwegingen voor de gekozen benchmark

We gebruikten het eigen vermogen als de primaire, algemeen geaccepteerde, benchmark, op basis van onze analyse van de gemeenschappelijke informatiebehoeften van gebruikers van de jaarrekening. Op basis daarvan zijn wij van mening dat het eigen vermogen het meest relevante kengetal is voor de financiële prestaties van de vennootschap.

Materialiteit voor groepsonderdelen

Omdat de controle van de groep vanuit een geconsolideerd perspectief is ingericht: combinatie van een controle van de volledige financiële informatie van het significante groepsonderdeel aangevuld met specifieke controlewerkzaamheden op geselecteerde jaarrekeningposten bij de andere groepsonderdelen in de reikwijdte van de controle, zijn deze controlewerkzaamheden met de groepsmaterialiteit uitgevoerd.

Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij zijn met de Raad van Commissarissen overeengekomen dat wij tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de €185.000 aan hen rapporteren evenals kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. 

De reikwijdte van onze groepscontrole 

Bovemij N.V. is een vennootschap die aan het hoofd staat van een groep van entiteiten. De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Bovemij N.V.

Wij zijn verantwoordelijk voor het identificeren en inschatten van risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening van de groep, met inbegrip van risico’s met betrekking tot het consolidatieproces. Op basis van onze risico- inschatting hebben wij de reikwijdte van onze controle zodanig bepaald dat wij voldoende controlewerkzaamheden verrichten om in staat te zijn een oordeel te geven over de jaarrekening als geheel.

Als onderdeel van de reikwijdte van onze controle hebben wij bepaald welke controlewerkzaamheden op groepsniveau of op het niveau van groepsonderdelen en of betrokkenheid van accountants van groepsonderdelen nodig was.

Op basis hiervan hebben wij bij 1 groepsonderdeel controles van de volledige financiële informatie uitgevoerd omdat dit groepsonderdeel significant werd geacht op basis van risico of omvang. Additioneel zijn 7 groepsonderdelen in de reikwijdte van de groepscontrole betrokken om voldoende dekking te verkrijgen voor de controle van individuele posten van de geconsolideerde jaarrekening. 

In totaal hebben wij met het uitvoeren van deze werkzaamheden de volgende dekking over onderstaande jaarrekeningposten verkregen:

Omzet

100%

Balanstotaal

79%

Resultaat voor belasting

70%

De dekking op het resultaat voor belasting is op basis van absoluut gemaakte resultaten tot stand gekomen, waarbij voor het niet verzekeringstechnische resultaat, dat voortkomt uit de diverse kleinere bedrijfsonderdelen, de gecontroleerde beheerskosten en de gecontroleerde beleggingsresultaten zijn meegeteld in het gecontroleerde deel.

De groepsonderdelen die niet onder de reikwijdte van de controle vallen vertegenwoordigen geen van alle meer dan 2% van de geconsolideerde omzet of het geconsolideerde balanstotaal. Op de financiële informatie van deze resterende groepsonderdelen hebben we op groepsniveau, onder meer, cijferanalyses uitgevoerd om onze inschatting, dat deze onderdelen geen significante risico’s op materiële fouten bevatten, te bevestigen.

Wij hebben geen gebruik gemaakt van andere accountants bij de controle van de onderdelen. 

Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, zijn wij in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep te verkrijgen als basis voor ons oordeel over de jaarrekening. 

Controleaanpak frauderisico’s 

Wij hebben risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening die het gevolg is van fraude geïdentificeerd en ingeschat. Wij hebben tijdens onze controle inzicht verkregen in Bovemij N.V. en haar omgeving en de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder het risico-inschattingsproces en de wijze waarop de Raad van Bestuur inspeelt op frauderisico’s en het interne beheersingssysteem monitort en de wijze waarop de raad van commissarissen toezicht uitoefent en de uitkomsten daarvan. Wij verwijzen naar hoofdstuk 'Risicomanagement' van het jaarverslag, waarin de Raad van Bestuur haar frauderisicoanalyse heeft opgenomen.

Wij hebben ten aanzien van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude de opzet en implementatie van de interne beheersing geëvalueerd, waaronder de frauderisicoanalyse van het management, de gedragscode, de klokkenluidersregeling, en de incidentenregistratie, en voor zover wij dat noodzakelijk achtten voor onze controle, de werking getoetst van deze interne beheersmaatregelen.

Wij hebben kennisgenomen van de beschikbare informatie en om inlichtingen gevraagd bij de leden van de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen, de interne accountantsdienst, juridische zaken, de compliance afdeling en personeelszaken of zij op de hoogte zijn van feitelijke, vermeende of vermoede fraude. Hieruit volgden geen signalen van feitelijke, vermeende of vermoede fraude die kunnen leiden tot een afwijking van materieel belang.

Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van frauderisico’s, hebben wij in samenwerking met onze forensische specialisten frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneigenlijke toe-eigening van activa en omkoping en corruptie. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van frauderisico’s.

De door ons geïdentificeerde frauderisico’s en uitgevoerde specifieke werkzaamheden zijn als volgt:

Geïdentificeerde frauderisico’s

Onze controlewerkzaamheden en observaties

Het risico dat de Raad van Bestuur maatregelen van interne beheersing doorbreekt

 

De Raad van Bestuur bevindt zich in een unieke positie om fraude te plegen, omdat het in staat is de administratieve vastleggingen te manipuleren en frauduleuze financiële overzichten op te stellen door interne beheersingsmaatregelen te doorbreken die anderszins effectief lijken te werken. Daarom besteden wij bij al onze controles aandacht aan het risico van het doorbreken van maatregelen van interne beheersing door de Raad van Bestuur met betrekking tot:

• journaalposten en andere aanpassingen die tijdens het opstellen van de jaarrekening zijn gemaakt;
• schattingen; en
• significante transacties buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening.

Wij hebben daarbij bijzondere aandacht voor tendenties als gevolg van mogelijke belangen van de Raad van Bestuur.

Wij hebben waar relevant de opzet en implementatie geëvalueerd en de werking getoetst van de maatregelen van interne beheersing die het risico op doorbreking van de interne beheersing moeten mitigeren in de processen voor het genereren en verwerken van journaalposten en het maken van schattingen. Tevens hebben wij specifieke aandacht gegeven aan de toegangsbeveiligingen in het IT-systeem en de mogelijkheid dat hierdoor functiescheidingen worden doorbroken. Bij het beoordelen van de opzet en het bestaan van de interne beheersing met betrekking tot het betaalproces hebben wij bepaalde leemten in de interne beheersing geconstateerd. Wij verwijzen voor een verdere uiteenzetting naar de kernpunten van onze controle.

Wij hebben journaalposten geselecteerd op basis van risicocriteria en hierop specifieke controlewerkzaamheden verricht. Deze werkzaamheden omvatten onder meer inspectie van informatie uit brondocumenten.

Wij hebben specifieke controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van belangrijke schattingen van de Raad van Bestuur waaronder de waardering van technische voorzieningen voor te betalen schaden en de schattingen die ten grondslag liggen aan de Solvency II-calculaties. Wij hebben hierbij aandacht gehad voor het inherente risico van vooringenomenheid van de Raad van Bestuur bij deze schattingen. Wij verwijzen voor deze specifieke werkzaamheden naar de kernpunten van onze controle.

Wij hebben geen significante transacties buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening geïdentificeerd.

Onze werkzaamheden hebben niet geleid tot specifieke aanwijzingen voor fraude of vermoedens van fraude ten aanzien van het doorbreken van de interne beheersing door de Raad van Bestuur.

Het risico dat excasso betaalbatches onrechtmatig worden aangepast

 

Door leemtes in de interne beheersing kunnen medewerkers van de financiele administratie excasso betaalbatches onrechtmatig aanpassen zonder dat dit (tijdig) wordt gedetecteerd. Hierdoor bestaat het risico van frauduleuze betalingen.

Wij hebben de interne beheersmaatregelen rondom excassobetalingen getoetst. Hierbij hebben wij vastgesteld dat de mitigerende maatregelen onvoldoende zijn, met uitzondering van die rondom grotere betalingen die geaccordeerd worden door de CFRO.

Wij hebben een deelwaarneming op excassobetalingen uitgevoerd op de aansluiting tussen het polisadministratiesystemen en de bankapplicaties en de verificatie van de begunstigden in de betaalapplicatie voor zowel de naam, het bedrag als het bankrekeningnummer.

Wij hebben de klachtenadministratie doorlopen op klachten van polishouders met betrekking tot het niet ontvangen van excassobetalingen

Wij hebben hierbij geen onregelmatigheden aangetroffen.

Uitgebreide toegangsrechten binnen het financieel systeem kunnen leiden tot doorbreken van functiescheiding

 

Tijdens de werkzaamheden rondom de opzet van de beheersmaatregelen binnen het inkoop- en betalingsproces hebben wij geconstateerd dat een tweetal medewerkers binnen de financiële afdeling als functioneel beheerder kon optreden. Deze rol geeft de mogelijkheid om de ingebouwde functiescheiding te doorbreken door het aanpassen van de autorisatieflow. Deze rol geeft niet de mogelijkheid tot het aanpassen van de gecodeerde functionaliteit van functiescheiding, maar wel de mogelijkheid de personen die klaarzetten en controleren te vervangen. Hierbij is het mogelijk om dezelfde persoon aan te wijzen voor beide rollen.

Doordat binnen het financieel systeem de functiescheidingsfunctionaliteit hard is afgedwongen is het altijd noodzakelijk dat er een klaarzetter en een controleur zijn in een workflow. Hierdoor is achteraf ook eenvoudig te zien wie deze rollen heeft verricht. Om vast te stellen dat de personen met uitgebreide rechten geen gebruik hebben gemaakt van de functionaliteit om zichzelf beide rollen toe te wijzen, hebben wij een data-analyse hierop uitgevoerd. Wij hebben vastgesteld dat gedurende 2024 geen oneigenlijke toewijzing van rollen heeft plaatsgevonden binnen het financieel systeem.

Wij hebben het risico op een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude in de verantwoording van de premieomzet overwogen en zijn tot de conclusie gekomen dat dit niet tot een significant risico leidt voor de audit, onder meer vanwege de beperkte complexiteit, omdat transacties geautomatiseerd plaatsvinden, en aangezien de transacties individueel een relatief geringe omvang kennen.

Wij hebben in onze controle een element van onvoorspelbaarheid ingebouwd. Daarnaast hebben we kennisgenomen van correspondentie met toezichthouders en zijn wij tijdens de controle alert gebleven op indicaties voor fraude. Ook hebben wij de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die een aanwijzing vormen voor fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving. 

Controleaanpak continuïteit 

Zoals toegelicht in het onderdeel ‘Continuïteit’ in het Verslag van de Raad van Bestuur heeft de Raad van Bestuur de continuïteitsbeoordeling van de vennootschap voor ten minste twaalf maanden vanaf de datum van opmaken van de jaarrekening uitgevoerd en geen gebeurtenissen of omstandigheden geïdentificeerd die gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de entiteit om haar continuïteit te handhaven (hierna: continuïteitsrisico’s).

Onze werkzaamheden om de continuïteitsbeoordeling van de Raad van Bestuur te evalueren omvatten onder andere: 

  • Overwegen of de continuïteitsbeoordeling van de Raad van Bestuur alle relevante informatie bevatte waarvan wij als gevolg van onze controle kennis hadden. Door kennis te nemen van de ‘Own Risk and Solvency Assessment’ (ORSA) waarin (toekomstige) scenario’s en risico’s zijn doorgerekend en vertaald naar potentiële effecten op de (toekomstige) solvabiliteitspositie en de uitkomsten van de Solvency II berekeningen en de Raad van Bestuur bevragen over de belangrijkste veronderstellingen en uitgangspunten.

  • Evalueren van de begrote operationele resultaten en daaraan gerelateerde kasstromen voor de periode van ten minste twaalf maanden vanaf de datum van opmaken van de jaarrekening rekening houdend met onze kennis uit de controle.

  • Analyseren of de huidige en de benodigde financiering voor het kunnen continueren van het geheel van de bedrijfsactiviteiten is gewaarborgd, inclusief het voldoen aan relevante convenanten.

  • Inwinnen van inlichtingen bij de Raad van Bestuur over de kennis van continuïteitsrisico’s na de periode van de door de raad van bestuur verrichte continuïteitsbeoordeling.

Onze controlewerkzaamheden hebben geen informatie opgeleverd die strijdig is met de veronderstellingen en aannames van de Raad van Bestuur over de gehanteerde continuïteitsveronderstelling. 

De kernpunten van onze controle

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens de controle van de jaarrekening. Wij hebben de Raad van Commissarissen op de hoogte gebracht van de kernpunten. De kernpunten vormen geen volledige weergave van alle risico’s en punten die wij tijdens onze controle hebben geïdentificeerd en hebben besproken. Wij hebben in deze paragraaf de kernpunten beschreven met daarbij een samenvatting van de op deze punten door ons uitgevoerde werkzaamheden.

Kernpunten

Onze controlewerkzaamheden en observaties

Waardering van de technische voorziening voor te betalen schaden (incl. IBN(E)R)

 

Wij verwijzen naar de paragraaf ‘Technische voorzieningen’ in de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en naar paragraaf 9 ‘‘Technische Voorzieningen’ in de toelichting op de geconsolideerde balans.

 

De technische voorzieningen voor te betalen schaden gerelateerd aan verzekeringscontracten, en het aandeel van de herverzekeraar in de technische voorzieningen, bevatten significante schattingen, gebaseerd op aannames over de verwachte netto uitgaande kasstroom van de openstaande nog af te wikkelen schaden.

De technische voorzieningen voor te betalen schaden worden per individueel schadegeval geraamd, rekening houdend met zich voorgedane maar nog niet gemelde schaden ultimo 2024. Voor de letselschadeportefeuille heeft intern een herbeoordeling plaatsgevonden van de dossierreservering van alle uitstaande letselschaden die als zwaar/middel waren geclassificeerd.
Daarnaast heeft management extern advies ingewonnen rondom de opzet van de beheersmaatregelen rondom letselschadedossiers en reserveringsmethodiek per letselschadedossier.

De aannames berusten voor een groot deel op de oordeelsvorming van de Raad van Bestuur. De belangrijkste onzekerheid betreft de hoogte van de uiteindelijke schadelast. De entiteit heeft procedures en beheersingsmaatregelen om de waardering van de activa en passiva uit verzekeringscontracten te bepalen, en om de toereikendheid hiervan te toetsen. De aannames en onzekerheden hebben ook betrekking op het herverzekeringsdeel van de technische voorzieningen.

In 2024 is de methodiek voor de toereikendheidstoets aangepast, waarbij onder meer niet langer een specifieke risicomarge is toegepast, maar is uitgegaan van de Solvency II risicomarge. Deze aanpassing is als schattingswijziging in de jaarrekening 2024 verwerkt.

In verband met significante schattingen door de Raad van Bestuur, in combinatie met de omvang van de desbetreffende verplichtingen, bestaat een inherent risico op afwijkingen als gevolg van fouten of fraude. Daarom hebben wij dit aangemerkt als een kernpunt van onze controle.

We hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd van de maatregelen van interne beheersing en, voor zover relevant voor onze controle, de effectieve werking van deze maatregelen getoetst met betrekking tot (het gebruik van) de juiste en volledige basisgegevens bij de waardering van technische voorzieningen voor te betalen schaden. Wij hebben, mede gezien de effectiviteit van de interne beheersing, geconcludeerd dat een voornamelijk gegevensgerichte controleaanpak het meest passend was.

Wij hebben, met behulp van onze actuariële specialisten, de uitkomsten van de door de entiteit uitgevoerde toereikendheidstoets van de technische voorzieningen voor te betalen schaden getoetst en het rapport van de actuariële functiehouder beoordeeld. Daarnaast hebben we een deelwaarneming uitgevoerd op lopende schadedossiers en schadebetalingen, waarbij individuele schadevoorzieningen en schadebetalingen door ons zijn getoetst op basis van aanwezige documentatie en onderbouwingen in het schadedossier. Voor schades boven het eigen behoud hebben wij de juiste en volledige verwerking van die schades in de herverzekeringsposities gecontroleerd. Tevens hebben wij werkzaamheden uitgevoerd op de aannames en gehanteerde data ter bepaling van de voorziening voor schadebehandelingskosten.

Wij hebben een uitgebreide evaluatie gedaan van de door Bovemij verrichte werkzaamheden op de beheersmaatregelen rondom letselschadedossiers en vervolgens een deelwaarneming uitgevoerd op de gehele populatie.

We hebben de uitloopresultaten van de technische voorzieningen voor te betalen schaden geanalyseerd aan de hand van de schadestatistieken.

Wij hebben, met behulp van onze actuariële specialisten, getoetst of de methode voor de toereikendheidstoets passend is voor de toepassing bij Bovemij.

Op basis van de uitgevoerde controlewerkzaamheden en de verkregen controle-informatie hebben wij geëvalueerd of er bij deze schatting, en in combinatie met andere schattingen, indicaties waren voor mogelijke tendenties bij de raad van bestuur. Wij hebben dergelijke indicaties niet aangetroffen.

Daarnaast hebben we getoetst of de toelichtingen toereikend en in overeenstemming zijn met het stelsel van financiële verslaggeving.

Op basis van onze controlewerkzaamheden hebben wij geen materiële bevindingen.

Toelichting op de kapitaalpositie op basis van de Solvency II-regelgeving

 

Wij verwijzen naar de paragraaf 6 ‘‘Groepsvermogen’ in de toelichting op de geconsolideerde balans.

 

Bovemij bepaalt het ter dekking van de aangegane risico’s aan te houden kapitaal volgens de Solvency II-regelgeving. De kapitaalpositie wordt bepaald op basis van het aanwezige kapitaal en het vereiste kapitaal.
Voor de bepaling van de kapitaalvereisten maakt de entiteit gebruik van de standaardformule volgens de Solvency II-regelgeving. De bepaling van de aanwezige kapitaalpositie is gebaseerd op de door de entiteit opgestelde economische balans.

Bij de bepaling van de aanwezige kapitaalpositie en de vereiste kapitaalpositie worden enkele belangrijke schattingselementen en waarderingsmodellen gehanteerd waarbij niet in de markt waarneembare input wordt gebruikt.

De belangrijkste schattingselementen zijn:

• uitgangspunten ter bepaling van de kasstromen gehanteerd bij de bepaling van de marktwaarde van de technische voorzieningen en aanspraak op herverzekeraars;
• verwacht resultaat op verzekeringscontracten die in 2024 zijn aangegaan en contractueel eindigen in 2025.

In verband met de genoemde managementschattingen en de inherent complexe waarderingsmodellen, is het risico op afwijkingen als gevolg van fouten of fraude verhoogd.

Aangezien de solvabiliteitsratio een belangrijk kengetal is voor stakeholders en de Solvency II-informatie wordt gehanteerd in het kapitaalbeleid van de entiteit, hebben wij dit aangemerkt als een kernpunt in onze controle.

Wij hebben getoetst of het aanwezige kapitaal bij de gehanteerde economische balans juist en volledig is verantwoord en vastgesteld dat deze economische balans is opgesteld in overeenstemming met de Solvency II- regelgeving.

Wij hebben specifiek de schattingselementen getoetst die zijn gebruikt om de kasstromen en het verwachte resultaat op verzekeringscontracten op Solvency II-grondslagen te bepalen die gebruikt zijn in de bepaling van de marktwaarde van de technische voorzieningen en de daaraan gerelateerde aanspraken op herverzekeraars.

Wij hebben getoetst of de schattingselementen, zoals gehanteerd door de Raad van Bestuur, onderbouwd zijn en geëvalueerd of de schattingen redelijk zijn.
Op basis van de uitgevoerde controlewerkzaamheden en de verkregen controle-informatie hebben wij geëvalueerd of er bij deze schattingen, en in combinatie met andere schattingen, indicaties waren voor mogelijke tendenties bij de Raad van Bestuur. Wij hebben dergelijke indicaties niet aangetroffen.

Met betrekking tot de vereiste kapitaalniveaus hebben we de juistheid en volledigheid van de gehanteerde gegevens getoetst. Daarnaast hebben wij vastgesteld dat de kapitaalvereisten per risico-onderdeel zijn berekend in overeenstemming met de standaardformule volgens de Solvency II- regelgeving. Hiertoe hebben wij onder andere de gehanteerde data(stromen), assumpties, modellen en het calculatieproces getoetst. Voor de controle van de bepaling van de marktwaarde van de technische voorzieningen hebben wij onze actuariële deskundige ingeschakeld.

Hierbij hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd om de betrouwbaarheid van de gebruikte basisgegevens te valideren.

Specifiek voor 2024 hebben wij extra aandacht gehad voor het aangepaste LAC DT model. Wij hebben getoetst dat in plaats van een versimpeld model een uitgebreid model wordt gehanteerd en dat de methodiek en aannames adequaat onderbouwd zijn. Daarnaast hebben wij het nieuwe quota share contract getoetst dat is ingegaan per 2025, maar wel is meegenomen in de Solvency II positie ultimo 2024.

Verder hebben wij de gehanteerde parameters getoetst aan de Solvency II- regelgeving. Ook hebben wij de gehanteerde data en calculaties gecontroleerd.

Ten slotte hebben wij getoetst of de toelichtingen toereikend en in overeenstemming zijn met het stelsel van financiële verslaggeving.

Op basis van onze controlewerkzaamheden hebben wij geen materiële bevindingen geconstateerd.

Waardering van niet-beursgenoteerde beleggingen – vastgoed

 

Wij verwijzen naar de paragraaf ‘Beleggingen’ in de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en naar paragraaf 2 ‘Beleggingen’ in de toelichting op de geconsolideerde balans.

 

De niet-beursgenoteerde beleggingen omvatten investeringen in terreinen en gebouwen voor eigen gebruik en overige terreinen en gebouwen.

Bij de waardering van deze terreinen en gebouwen is gebruikgemaakt van waarderingstechnieken gebaseerd op inputs die direct of indirect waarneembaar zijn vanuit marktgegevens en niet in de markt waarneembare inputs. De waardering van deze activa is een aandachtspunt in onze controle, aangezien de waardebepaling in aanzienlijke mate afhankelijk is van schattingen gecombineerd met de omvang van de posten.

Hierdoor is het risico op afwijkingen verhoogd.

De waardering van de investeringen in terreinen en gebouwen voor eigen gebruik wordt door Bovemij gedaan aan de hand van taxaties door externe deskundigen.

De waardering van de investeringen in overige terreinen en gebouwen wordt door Bovemij gedaan aan de hand van indicatieve waardebepalingen door externe deskundigen aangevuld met benchmarkonderzoek.

De aannames berusten voor een groot deel op de oordeelsvorming van de externe deskundigen en de raad van bestuur. De voornaamste schattingen betreffen de (markt)huur, de exploitatiekosten, de leegstand en de staat van het object.

In verband met significante schattingen door de raad van bestuur, in combinatie met de omvang van de desbetreffende activa, bestaat een inherent risico op afwijkingen als gevolg van fouten of fraude. Daarom hebben wij dit aangemerkt als een kernpunt van onze controle.

We hebben de werking van de interne beheersingsmaatregelen gericht op de betrouwbaarheid van de brondata voor de waardering van de betreffende activa getest en geconcludeerd dat we hier, voor zover relevant voor onze controle, gebruik van kunnen maken.

We hebben de data die ten grondslag liggen aan de waardering gecontroleerd door aansluiting met bestaande contracten, kadastrale inschrijvingen en marktgegevens.

Verder hebben wij, met behulp van onze vastgoedspecialisten, op basis van een deelwaarneming een eigen inschatting gemaakt van de waardering van de terreinen en gebouwen en de opgenomen waarderingen vergeleken met de door ons acceptabel geachte bandbreedte. Daarbij hebben we geconcludeerd dat de waardering binnen de door ons bepaalde bandbreedte van acceptabele waarderingen valt.

In onze analyse van de waardering van de terreinen en gebouwen hebben we de waarderingsmethodiek beoordeeld en vastgesteld dat deze geschikt is. De toetsing van de methodiek bestond uit aansluitingen maken met de uitgevoerde taxatie en waardebepalingen, het uitvoeren van detailwerkzaamheden op verkochte objecten en het toetsen van de werkelijk huur met de markthuur.

Daarnaast hebben we getoetst of de toelichtingen toereikend en in overeenstemming zijn met het stelsel van financiële verslaggeving.

Op basis van onze controlewerkzaamheden hebben wij geen materiële bevindingen geconstateerd.

Impact van strategische heroriëntatie

 

Wij verwijzen naar het 'Voorwoord' en de paragraaf ‘Strategische heroriëntatie resulteert in verbeterde resultaten’ in het hoofdstuk ‘Financiële resultaten’ als onderdeel van het verslag van de raad van bestuur.

 

Bovemij heeft eind 2023 haar strategie aangescherpt, met focus op verzekeringen, garanties en datadiensten. De implementatie hiervan heeft onder meer geleid tot:

• het (reeds in 2023) staken van de activiteiten van Bovemij Financieringsmaatschappij B.V.;
• het vereenvoudigen van de bedrijfsstructuur, waaronder de verzelfstandiging van ViaBovag;
• het uitvoeren van een aantal reorganisaties en het heralloceren van bepaalde rollen en verantwoordelijkheden;

Ook zijn er in 2024 diverse acties genomen om de resultaten en financiële positie te verbeteren. Naast acties op het gebied van prijsstelling en acceptatie, is onder meer ook gestart met het uitponden van de vastgoedportefeuille en is een nieuw quota share herverzekeringscontract aangegaan.

Aangezien diverse acties en maatregelen verslaggevingsimplicaties hebben en vanwege de impact op onze controle, hebben wij dit als thematisch kernpunt aangemerkt.

Wij hebben de acties en maatregelen met beperkte invloed op onze audit niet benoemd.

Wij hebben periodiek overleg gevoerd met het management en de Raad van Bestuur van Bovemij N.V. Tijdens deze overleggen hebben wij de implementatie van de strategie en de status en voortgang van de genomen acties en maatregelen besproken als onderdeel van een zogeheten focuspuntenlijst. Per onderwerp hebben wij vervolgens geëvalueerd of in het kader van de jaarrekeningcontrole (additionele) werkzaamheden nodig waren. Dit heeft onder meer geleid tot de volgende werkzaamheden:

• Evaluatie van de continuïteitsveronderstelling van Bovemij Financieringsmaatschappij B.V. Bij het toetsen van het verwachte afwikkelresultaat hebben wij vastgesteld dat dit naar verwachting positief is en dat er vanuit Bovemij N.V. geen additionele uitstroom van middelen wordt verwacht.

• Gedurende 2024 hebben er binnen de groep, als gevolg van de juridische vereenvoudigingen, 3 fusies plaatsgevonden. Wij hebben getoetst of deze juridisch wijzigingen geen impact hebben op de geconsolideerde jaarrekening van Bovemij N.V. en adequaat zijn toegelicht in de jaarrekening.

• Wij hebben getoetst of de juiste parameters en inputdata zijn gehanteerd voor het vaststellen van de omvang van de gevormde reorganisatievoorzieningen. 

• Voor de in 2024 uitgeponde panden hebben wij de transacties getoetst aan de hand van de verkoopovereenkomsten en notariële aktes. Hierbij hebben we voor een beperkt aantal transacties vastgesteld dat er wel een voorlopige koopakte was getekend maar de notariële overdracht nog niet had plaatsgevonden (waarde EUR 2,3 miljoen). Deze panden zijn in de jaarrekening 2024 ten onrechte niet langer onder overige terreinen en gebouwen verantwoord maar als vordering. Dit betreft een classificatieverschil in de balans en de resultatenrekening en heeft geen invloed op het resultaat voor belastingen.

• In het kader van de herstelmaatregelen heeft Bovemij een Quota Share herverzekeringscontract afgesloten met ingang van 1 januari 2025. Aangezien dit contract geen retrospectieve werking heeft, heeft dit geen impact op de resultaten over 2024. Bovemij heeft het contract meegenomen in de bepaling van de Solvency II ratio per 31 december 2024. Wij hebben vastgesteld dat het contract adequaat is toegelicht bij de toelichting op de Solvency II ratio.

Daarnaast hebben we getoetst of de toelichtingen toereikend en in overeenstemming zijn met het stelsel van financiële verslaggeving.

Op basis van onze controlewerkzaamheden hebben wij geen materiële bevindingen geconstateerd.

IT General Controls / interne beheersing

 

Wij verwijzen naar hoofdstuk ‘Risicomanagement’ paragraaf ‘Bovemij Control Framework’ en ‘Operationeel risicogebied’

 

Bovemij is voor de beheerste bedrijfsvoering afhankelijk van de betrouwbaarheid van haar geautomatiseerde systemen en van de kwaliteit van haar interne beheersing. Bovemij zit in een transitiefase voor het optimaliseren van de geautomatiseerde systemen en de versimpeling van het IT landschap. In 2024 zijn onder meer een systeemmigratie gerealiseerd voor een belangrijk polissysteem alsmede voor het financiële administratiesysteem. Naast het optimaliseren van de IT systemen werkt Bovemij aan het verbeteren van het Bovemij Control Framework om dit gefaseerd te implementeren in 2025.
Doordat wij niet op alle IT General Controls konden steunen en aangezien wij meerdere constateringen hadden ten aanzien van de interne beheersing hebben wij dit als gecombineerd kernpunt aangemerkt.

Wij hebben specialisten op het gebied van IT audit ingezet bij het toetsen van de IT General Controls en samen met hen de additionele controlewerkzaamheden gedefinieerd om de leemtes op het gebied van IT General Controls te kunnen mitigeren. Wij hebben een data-analyse uitgevoerd op het werkelijke gebruik van uitgebreide accountrechten en vastgesteld dat deze niet zijn gebruikt. Wij hebben mede als gevolg van de staat van de interne beheersing een grotendeels gegevensgerichte controle uitgevoerd.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Het jaarverslag omvat ook andere informatie. Dat betreft alle informatie in het jaarverslag anders dan de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: 

  • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

  • alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist voor het bestuursverslag en de overige gegevens.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten

Onze benoeming

Wij zijn op 14 april 2023 benoemd als externe accountant van Bovemij N.V. door de Raad van Commissarissen volgend een besluit van de algemene vergadering op 14 april 2023 dat jaarlijks is herbevestigd door de aandeelhouders. Wij zijn nu voor een onafgebroken periode van 1 jaar accountant van de vennootschap.

Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole

Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen voor de jaarrekening

De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor: 

  • het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW; en voor

  • een zodanige interne beheersing die de Raad van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de Raad van Bestuur afwegen of de vennootschap in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet de Raad van Bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de Raad van Bestuur het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De Raad van Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de vennootschap haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vennootschap.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze doelstellingen zijn een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten en een controleverklaring uit te brengen waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid en is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de controlestandaarden is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer hier sprake van is.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.

Amsterdam, 24 april 2025 

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

drs. G.J. Heuvelink RA