Grondslagen voor de resultaatbepaling

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de in rekening gebrachte premies en overige baten en de betaalde schaden en andere lasten over het jaar, rekening houdend met lopende herverzekeringsovereenkomsten. Baten en lasten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering of vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een waardeverandering van een actief of een mutatie van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden verantwoord zodra zij te voorzien zijn.

Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde beleggingen.

De aan herverzekeraars betaalde herverzekeringspremie wordt naar evenredigheid van de looptijd van de contracten als last genomen in de resultatenrekening.

Verdiende premies eigen rekening

Onder brutopremies wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte bedragen, na aftrek van de in rekening gebrachte assurantiebelasting, polis- en administratiekosten en wettelijke bijdragen.

De premies voor schadeverzekeringen worden gedurende de looptijd van het contract naar evenredigheid van de verstreken verzekeringstermijn als opbrengst opgenomen. De wijziging in de technische voorzieningen voor niet-verdiende premies en lopende risico’s wordt tevens onder het premie-inkomen verantwoord. Dit gebeurt afzonderlijk voor iedere branche. Bovemij onderscheidt bij het opstellen van de jaarrekening de volgende branches: ongevallen en ziekte, motorrijtuigen aansprakelijkheid, casco, brand en andere schade aan goederen en overige branches. Kortingen die deel uitmaken van een op het risico afgestemd tarief worden in mindering gebracht op de brutopremies.

Toegerekende beleggingsopbrengsten

De beleggingen worden aangehouden ter afdekking van het eigen vermogen en de technische voorzieningen. De opbrengsten uit beleggingen worden aan de branches toegerekend op basis van de gemiddelde omvang van de technische voorzieningen.

Schade eigen rekening

De schade voor eigen rekening wordt per branche uitgewerkt. De branches die Bovemij onderscheidt bij het opstellen van de jaarrekening zijn: ongevallen en ziekte, motorrijtuigen aansprakelijkheid, casco, brand en andere schade aan goederen en overige branches.

Onder de schade voor eigen rekening wordt ook de mutatie van de technische voorziening weergegeven. Bij de bestaande schaden wordt een IBNER-voorziening opgenomen voor eventueel te laag uitgevallen reserveringen en een IBNR-voorziening voor de schaden die nog niet zijn gemeld.

Bedrijfskosten

Binnen Bovemij vallen de acquisitie-, bedrijfs- en personeelskosten onder de post bedrijfskosten. Al deze kosten worden gemaakt voor het voortbrengen van omzet, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen kosten van aan de klant geleverde diensten en kosten van bedrijfsvoering.

De acquisitiekosten in verband met overeenkomsten die van kracht zijn op de balansdatum en die worden overgedragen naar volgende rapportageperioden, worden geactiveerd voor de resterende risicoperioden.

Pensioenen

Vanaf 1 januari 2019 zijn alle pensioenregelingen voor actieven aangepast naar moderne beschikbare premieregelingen. Hierbij zijn de onvoorwaardelijke indexatieregelingen voor actieven in zijn geheel gestopt. Voor een deel van de inactieven zijn de onvoorwaardelijke indexatieregelingen vooralsnog intact gebleven.

Beleggingen

De beleggingsopbrengsten en beleggingslasten bestaan uit huuropbrengsten uit terreinen en gebouwen, dividenduitkeringen uit aandelenfondsen en rentebaten uit hypotheken, obligaties, uitstaande leningen en liquiditeiten, alsmede beleggingskosten, gerealiseerde beleggingswinsten en -verliezen en waardeveranderingen van beleggingen.

Niet-verzekeringstechnische activiteiten

Niet-verzekeringstechnische activiteiten betreffen de resultaten van activiteiten niet zijnde verzekeringstechnische activiteiten.

Het resultaat op financial lease contracten is het verschil tussen de bruto investering in de lease en de contante waarde van de invorderbare minimale leasebetalingen. Dit is de onverdiende interest, die over de looptijd van de lease in het resultaat wordt verantwoord tegen een constant rendement op de netto-investering in de financiële lease. Direct toerekenbare kosten (initiële directe kosten) zijn inbegrepen in de initiële bepaling van de financiële leasevorderingen. Er zijn geen directe initiële kosten voor de financial lease.

Het resultaat op operational lease contracten wordt evenredig aan de looptijd van het contract verantwoord in het resultaat.  Direct toerekenbare kosten (initiële directe kosten) zijn inbegrepen in de initiële bepaling van de operationele leasevorderingen en worden evenredig aan de looptijd verantwoord. Er zijn geen directe initiële kosten voor de operational lease.

Belastingen

Vennootschapsbelasting op het resultaat voor het huidige boekjaar bestaat uit huidige en latente belastingen. Vennootschapsbelasting wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening tenzij deze betrekking heeft op posten opgenomen onder Groepsvermogen, in welk geval deze posten netto (na belasting) worden opgenomen onder Groepsvermogen. Verwachte te ontvangen/betalen belastingen worden gebaseerd op het belastbare resultaat voor het boekjaar op basis van de op de balansdatum vastgestelde belastingtarieven, evenals op eventuele aanpassingen in de te ontvangen of verschuldigde vennootschapsbelasting over voorgaande jaren. Het nominale belastingtarief is 25,0% in 2020.