Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan:         de Aandeelhouders en Raad van Commissarissen van Bovemij N.V.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2020

Ons oordeel

Wij hebben de jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2020 van Bovemij N.V. te Nijmegen gecontroleerd.

Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Bovemij N.V. per 31 december 2020 en van het resultaat over 2020 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

De jaarrekening bestaat uit:

  • De geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2020

  • De geconsolideerde en enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2020

  • De toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening.

Wij zijn onafhankelijk van Bovemij N.V. (hierna ook wel: de vennootschap of de onderneming) zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Onze controle-aanpak

Ons inzicht in Bovemij N.V.

Bovemij N.V. is actief in de mobiliteitsbranche met de volgende 3 kernactiviteiten: Verzekeren, Financieren en Data. De groepsstructuur bestaat uit verschillende groepsonderdelen en wij hebben onze controle daarop ingericht. Wij hebben bijzondere aandacht in onze controle besteed aan een aantal onderwerpen op basis van de activiteiten van de groep en onze risicoanalyse.

Onze controle-aanpak is ‘top down’ en ‘risk-based’. Wij beginnen met het bepalen van de materialiteit en het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude, het niet-naleven van wet- en regelgeving of fouten, om in reactie op deze risico’s de controlewerkzaamheden te bepalen ter verkrijging van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.

Voor onze jaarrekeningcontrole 2020 hebben wij vanwege Covid-19 maatregelen noodgedwongen meer werkzaamheden op afstand uitgevoerd. Dit beperkt de waarneming en vergroot de kans dat bepaalde signalen worden gemist. Bij het plannen van onze werkzaamheden hebben wij aandacht besteed aan de risico’s hiervan en hebben waar nodig aanvullende werkzaamheden gepland en uitgevoerd teneinde voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen als basis voor ons oordeel.

Materialiteit

Materialiteit

€ 4,5 miljoen (2019: € 4,0 miljoen)

Toegepaste benchmark

2% van het eigen vermogen (2019: 2%)

Nadere toelichting

Het groepsvermogen wordt relevant geacht door stakeholders en is een relatief stabiele basis voor de bepaling van de materialiteit. Derhalve achten wij het groepsvermogen de meest geschikte basis voor het bepalen van de materialiteit.

Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven € 225 duizend rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.

Reikwijdte van de groepscontrole

Bovemij N.V. staat aan het hoofd van een groep van entiteiten. De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Bovemij N.V.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.

De groepscontrole heeft zich met name gericht op de significante onderdelen:

  • N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij

  • Bovemij Financieringsmaatschappij B.V.

  • BOVAG Bovemij Platform B.V.

  • Bovemij Interne Diensten B.V

 Bij de significante groepsonderdelen, die circa 93% van het totale groepsvermogen vertegenwoordigen, hebben wij zelfstandig controlewerkzaamheden uitgevoerd. Bij de andere groepsonderdelen hebben wij cijfer-analytische werkzaamheden uitgevoerd.

Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de geconsolideerde jaarrekening.

  • N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij

  • Bovemij Financieringsmaatschappij B.V.

  • BOVAG Bovemij Platform B.V.

  • Bovemij Interne Diensten B.V.

Bij de significante groepsonderdelen, die circa 93% van het totale groepsvermogen vertegenwoordigen, hebben wij zelfstandig controlewerkzaamheden uitgevoerd. Bij de andere groepsonderdelen hebben wij cijfer-analytische werkzaamheden uitgevoerd.

Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de geconsolideerde jaarrekening.

Opdrachtteam en gebruikmaken van het werk van specialisten

Wij hebben zorggedragen dat het opdrachtteam over de juiste kennis en vaardigheden beschikt die nodig zijn voor de controle van een onderneming in de verzekeringssector sector. Wij hebben in het opdrachtteam specialisten opgenomen op het gebied van IT audit, forensische accountancy, actuariële-, juridische-, vastgoed- en belastingspecialisten.

Onze focus op fraude en het niet-naleven van wet- en regelgeving

Onze verantwoordelijkheid
Hoewel wij niet verantwoordelijk zijn voor het voorkomen van fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving en van ons niet verwacht kan worden dat wij het niet-naleven van iedere wet- en regelgeving ontdekken, is het onze verantwoordelijkheid om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening als geheel geen afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude.
Het niet-naleven van wet- en regelgeving kan leiden tot boetes, rechtszaken of andere consequenties voor de onderneming die een materieel effect kunnen hebben op de jaarrekening.

Onze controle-aanpak met betrekking tot frauderisico’s
Om de risico’s op afwijkingen van materieel belang die het gevolg zijn van fraude te identificeren en in te schatten, verwerven wij inzicht in de onderneming en haar omgeving, met inbegrip van de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Zoals in al onze controles houden wij rekening met het risico dat het management interne beheersmaatregelen kan doorbreken. Wij onderzoeken de interne beheersing niet met als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderneming.

Wij hebben kennis genomen van de beschikbare informatie en om inlichtingen gevraagd bij leden van de raad van bestuur, stafafdelingen (waaronder de interne accountantsdienst, de risk afdeling en de compliance afdeling) en de raad van commissarissen. Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van frauderisico’s, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving. In het proces van identificatie van frauderisico’s hebben wij overwogen of de Covid-19 pandemie tot specifieke frauderisicofactoren leidt doordat interne beheersing minder effectief is vanwege werken op afstand, ziekteverzuim en doorbreking van interne beheersmaatregelen door management.

Wij hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd, en voor zover wij noodzakelijk achten, de werking getoetst van interne beheersmaatregelen gericht op het mitigeren van frauderisico’s. Verder hebben wij schattingen beoordeeld op tendenties met name gericht op belangrijke gebieden die oordeelsvorming vereisen en significante schattingsposten, zoals toegelicht in de sectie Gebruik van schattingen en veronderstellingen in de jaarrekening. Ook hebben wij data analyse gebruikt om journaalposten met een verhoogd risico te signaleren en te toetsen.

Onze controlewerkzaamheden om in te spelen op het veronderstelde fraude risico met betrekking tot doorbreking van interne beheersmaatregelen door het management zien toe op Schattingsonzekerheid aangaande de bepaling en de toetsing van de waardering en toereikendheid van de technische voorziening voor te betalen schaden en Schattingsonzekerheid aangaande de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease zoals opgenomen in onze kernpunten van de controle.

In onze controle bouwen wij een element in van onvoorspelbaarheid. We hebben de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving. Indien daar sprake van was, hebben wij onze beoordeling van het frauderisico en de gevolgen daarvan voor onze controlewerkzaamheden opnieuw geëvalueerd.

Onze controle-aanpak met betrekking tot het risico van niet voldoen aan wet- en regelgeving
Wij hebben de omstandigheden ingeschat met betrekking tot het risico van niet-naleven van wet- en regelgeving waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze van materiële invloed kunnen zijn op de jaarrekening, op basis van onze ervaring in de sector, door afstemming met de raad van bestuur, het lezen van notulen, het kennisnemen van rapporten van de interne accountant, juridische zaken en compliance afdeling en het uitvoeren van gegevensgerichte werkzaamheden gericht op transactiestromen, jaarrekeningposten en toelichtingen. We hebben verder kennis genomen van advocatenbrieven en correspondentie met toezichthouders en zijn tijdens de controle alert gebleven op indicaties voor een (mogelijke) niet-naleving gedurende de controle. Tenslotte hebben we schriftelijk de bevestiging ontvangen van de raad van bestuur dat alle bekende gebeurtenissen van niet-naleving van wet- en regelgeving met ons zijn gedeeld. Wij verwijzen verder naar ons kernpunt van de controle Compliance risico ten aanzien van incidentmelding 2018.

Continuïteitsveronderstelling

Wij hebben de volgende werkzaamheden verricht om de risico’s met betrekking tot continuïteit te identificeren en in te schatten, en om vast te kunnen stellen dat de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. De raad van bestuur heeft een specifieke beoordeling gemaakt van de mogelijkheid van de onderneming om haar continuïteit te handhaven en de activiteiten voort te zetten voor tenminste de komende 12 maanden. Wij hebben deze beoordeling met de raad van bestuur besproken en professioneel-kritisch geëvalueerd, waarbij wij specifieke aandacht hebben gegeven aan het proces van totstandkoming van de beoordeling, tendenties die een mogelijk risico vormen, de impact van de huidige gebeurtenissen en omstandigheden op de activiteiten en de verwachte kasstromen van de onderneming, met de nadruk op de vraag of de onderneming voldoende liquiditeit zal hebben om aan al haar verplichtingen te voldoen. Hierbij hebben wij eveneens het voldoen aan de financieringsvoorwaarden en wijzigingen hierin beoordeeld. Wij hebben vastgesteld dat een waiver van de banken is ontvangen in 2021 voor de financieringsvoorwaarde waar niet aan is voldaan ultimo 2020.

Wij overwegen op basis van de verkregen controle-informatie of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen.

Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven.

Algemene controlewerkzaamheden

Onze controle bestond verder onder andere uit:

  • Het in reactie op de ingeschatte risico’s uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel;

  • Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de raad van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

  • Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen;

  • Het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

De kernpunten van onze controle

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.

Vanwege de economische gevolgen van de Covid-19 uitbraak, hebben wij de Waardering en toelichting van vorderingen uit hoofde van financial lease als nieuw kernpunt van onze controle opgenomen. Daarnaast hebben wij de Aanvaarbaarheid van de stelselwijzing ten aanzien van het voorzieningenbeleid dit jaar als nieuw kernpunt van onze controle aangemerkt.

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.

Aanvaarbaarheid van de stelselwijzing ten aanzien van het voorzieningenbeleid

Risico

Bovemij N.V. heeft haar voorzieningenbeleid in 2020 op punten aangepast die betrekking hebben op de waardering van de technische voorzieningen en de uitvoering van de toereikendheidstoets. Deze wijzigingen kwalificeren als stelselwijzingen onder de verslaggevingsregels waarbij het aangepaste voorzieningenbeleid beter aansluit bij de grondslagen die onder Solvency II worden gebruikt en op hetgeen in de markt gebruikelijk is. De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd:

•     de berekening van de toetsvoorziening is gewijzigd van de kwantielenmethode naar de best estimate methode, consistent met Solvency II, plus een specifieke risico-marge voor de bepaling van de onder- en bovengrens;

•     het toetsbeleid is aangepast en vindt plaats op een lager aggregatieniveau (op het niveau van de schadevoorziening en de premievoorziening) in plaats van op maatschappijniveau waarbij compensatie kon plaatsvinden tussen eventuele overschotten en tekorten tussen deze voorzieningen;

•     de voorziening schadebehandelingskosten wordt in het nieuwe voorzieningenbeleid jaarlijks herijkt op basis van Solvency II uitgangspunten;

•     de premievoorziening wordt bepaald op basis van het verloop van de risico’s over de contractperiode. Hierbij wordt geen rekening meer gehouden met een vast percentage voor de initiële (eigen) kosten, hetgeen beter aansluit bij gebruiken in de branche en een betere weergave is van het verloop van de risico’s.

De stelselwijzigingen zijn in het beginvermogen van 2020 verwerkt. De vergelijkende cijfers zijn overeenkomstig aangepast. Het verantwoorden van een stelselwijziging is gebonden aan specifieke verslaggevingsregels. Gezien het belang van de stelselwijzigingen op het voorzieningenbeleid hebben wij dit derhalve als een kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Wijziging in grondslagen voor financiële verslaggeving” waarin de stelselwijzigingen zijn toegelicht.

 

Onze controleaanpak

Wij hebben kennis genomen van de wijzigingen in het voorzieningenbeleid voor de waardering en toetsing van de technische voorziening. Wij hebben met ondersteuning van onze actuariële specialisten geëvalueerd of de stelselwijzigingen voldoen aan de verslaggevingsregels, waarbij het nieuwe stelsel leidt tot een verbetering van het inzicht in het vermogen en/of het resultaat van Bovemij N.V., danwel of er sprake is van gegronde redenen als genoemd in de wet. Verder hebben wij gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd, waaronder controleberekeningen en aansluitingen en hebben wij vastgesteld of de stelselwijziging cijfermatig adequaat is verwerkt in de jaarrekening 2020.

 

Tenslotte hebben wij geëvalueerd of de presentatie en toelichting ten aanzien van de stelselwijziging voldoen aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de stelselwijziging cijfermatig adequaat is verwerkt in de jaarrekening en voldoet aan de verslaggevingsregels. Daarnaast hebben wij vastgesteld dat de presentatie en toelichting van de stelselwijziging voldoen aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

Schattingsonzekerheid aangaande de bepaling en de toetsing van de waardering en toereikendheid van de technische voorziening voor te betalen schaden

Risico

Per 31 december 2020 bedraagt de technische voorziening voor te betalen schaden inclusief de voorziening schadebehandelingskosten (‘Overige technische voorzieningen’) – hierna gezamenlijk: de schadevoorziening - € 270,2 miljoen, rekening houdend met het aandeel herverzekeraar, ofwel circa 29% van het balanstotaal. In de bepaling van de technische voorzieningen voor te betalen schaden neemt Bovemij N.V. een inschatting op voor schaden die per balansdatum zijn voorgevallen maar nog niet bij Bovemij N.V. zijn gemeld (IBNR), alsmede voor mogelijke mutaties in wel gemelde maar nog niet afgewikkelde schaden (IBNER).

 

In de berekening van deze schadevoorziening worden schattingen en assumpties gehanteerd waaronder aannames ten aanzien van het verwachte schadeverloop, raming van de verwachte na-meldingen en schadeontwikkeling en de schadebehandelingskosten. Deze schattingen en aannames van het management zijn subjectief van aard. Het gebruik van andere schattingen en aannames kan een materiële impact hebben op het vermogen en resultaat van Bovemij N.V.

 

Het gebruik van schattingen en assumpties bij de bepaling van de schadevoorziening brengt significante onzekerheden met zich mee. Het risico bestaat dat de berekende schadevoorziening niet juist is gewaardeerd en/of niet toereikend is om de verplichtingen uit hoofde van schadeclaims te kunnen afwikkelen. Hierbij is in beschouwing genomen het fraude risico met betrekking tot doorbreking van interne beheersmaatregelen door management. Wij hebben dit derhalve als een kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Gebruik van schattingen en veronderstellingen”, “Grondslagen voor waardering activa en passiva” inzake de Technisch voorzieningen, noot 9. “Technische voorzieningen” en noot 14 “Schade eigen rekening” in het Resultaat technische rekening per branchegroep.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren van de geschiktheid van door Bovemij N.V. gehanteerde grondslagen voor de waardering van de schadevoorziening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de wijzigingen daarin. Zie ook het kernpunt van onze controle inzake de aanvaarbaarheid van de stelselwijzing ten aanzien van het voorzieningenbeleid.

 

Wij hebben met inzet van onze actuariële specialisten controlewerkzaamheden verricht op de waardering en toereikendheid van de schadevoorziening. Wij hebben de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersingsmaatregelen in de processen gerelateerd aan de schadevoorziening onderzocht voor zover wij dit in het kader van onze controle noodzakelijk achten. In het bijzonder hebben wij de interne controles onderzocht die zijn gericht op de vaststelling van de schadevoorziening, de uitvoering van de toereikendheidstoets en de betrouwbaarheid van de basisgegevens die daarbij zijn gebruikt. Verder hebben wij kennisgenomen van de rapportages en werkzaamheden beoordeeld van de actuariële functiehouder.

 

Onze belangrijkste overige controlewerkzaamheden hebben betrekking op:

•     het beoordelen van de gebruikte data en het toetsen daarvan aan de hand van de onderliggende interne en externe informatie;

•     het evalueren van de aanvaardbaarheid van de gehanteerde schattingen en assumpties op basis van historische ervaringen en sectorinformatie, en door middel van het analyseren van de uitloopresultaten;

•     het uitvoeren van deelwaarnemingen op schadedossiers voor de post-voor-post bepaalde voorziening voor te betalen schaden en het beoordelen van de onderliggende onderbouwingen;

•     de beoordeling van de voorziening voor niet-gemodelleerde portefeuilles;

•     het beoordelen van de modellen waarmee de schadevoorziening wordt berekend en waarmee de toereikendheidstoets wordt uitgevoerd;

•     het beoordelen of er sprake is geweest van doorbreking van interne beheersmaatregelen door management door middel van het testen van journaalposten en het uitvoeren van cijferanalyses.

 

Tenslotte hebben wij geëvalueerd of de toelichting op de schadevoorziening voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de methoden gehanteerd voor de waardering van de schadevoorziening passend zijn. De schattingen en assumpties waarop de bepaling en de toetsing van de toereikendheid van de schadevoorziening zijn gebaseerd, bevinden zich binnen een aanvaardbare bandbreedte. Wij hebben vastgesteld dat de schadevoorziening redelijk is.

 

De toelichting op de schadevoorziening voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Schattingsonzekerheid ten aanzien van de solvabiliteitsratio onder Solvency II

Risico

De solvabiliteitsratio van groepsonderdeel N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij bedraagt 205% per 31 december 2020, gebaseerd op de Solvency II regelgeving. In de toelichting op de geconsolideerde en enkelvoudige balans is deze solvabiliteitsratio toegelicht en biedt informatie over de kapitaalspositie op basis van Solvency II ten opzichte van de kapitaalspositie op basis van Titel 9 Boek 2 BW. Bij de vaststelling van de solvabiliteitsratio wordt gebruik gemaakt van diverse schattingen. In het bijzonder bij:

•     de vaststelling van de best estimate technische voorzieningen inclusief schadebehandelingskosten;

•     de vaststelling van de voorziening voor niet-gemodelleerde portefeuilles;

•     het verlies-compenserende effect van uitgestelde belastingen (Loss Absorbing Capacity of Deferred Taxes, LAC DT) bij de bepaling van de Solvency Capital Requirement (SCR).

 

Het gebruik van schattingen bij de bepaling van de solvabiliteitsratio onder Solvency II brengt onzekerheden met zich mee. Het risico bestaat dat de berekende solvabilteitsratio niet in overeenstemming is met de Solvency II regelgeving. Gezien het belang van de solvabiliteitsratio voor de beoordeling van de kapitaalspositie onder Solvency II van de N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij, en daarmee van de groep als geheel, hebben wij dit als een kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de toelichting op de geconsolideerde en enkelvoudige balans onder “Solvabiliteit”.

 

Onze controleaanpak

Wij hebben met inzet van onze actuariële specialisten systeemgerichte- en gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd bij de controle van de aan de solvabiliteitsratio ten grondslag liggende berekeningen, welke onder meer omvatten:

•     evaluatie van de aanvaardbaarheid van assumpties zoals gehanteerd voor de waardering van de best estimate technische voorzieningen. Hierbij is gebruik gemaakt van marktgegevens, gegevens beschikbaar in de sector en verwachtingen van de onderneming;

•     evaluatie van de passendheid van de methodiek voor het waarderen van niet-gemodelleerde portefeuilles, waarbij wij gebruik gemaakt hebben van methoden zoals algemeen geaccepteerd in de actuariële praktijk;

•     evaluatie van de assumpties voor de verwerking van “Loss Absorbing Capacity of Deferred Taxes” (LAC DT), waarbij wij onder meer gebruik gemaakt hebben van bedrijfsgegevens, en gegevens beschikbaar in de financiële sector.

 

Wij hebben de opzet en bestaan van interne beheersmaatregelen met betrekking tot Solvency II berekeningen geëvalueerd en de werking getoetst. Deze evaluatie omvatte tevens, waar van toepassing, interpretatie van regelgeving, alsmede het uitvoeren van herberekeningen op basis van steekproeven. Tevens hebben wij kennisgenomen van de rapportages en werkzaamheden van de actuariële functiehouder.

 

Wij hebben geëvalueerd of de toelichting over Solvabiliteit zoals opgenomen onder noot 6 bij de geconsolideerde balans en noot 2 bij de enkelvoudige balans toereikend is.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de solvabiliteitsratio juist is berekend. De toelichting op de solvabiliteit onder Solvency II voldoet aan de eisen van Titel 9 Boek 2 BW.

Schattingsonzekerheid aangaande de waardering van niet-(beurs)genoteerde beleggingen

Risico

Per 31 december 2020 bedragen de niet-(beurs)genoteerde beleggingen € 168,4 miljoen. De niet-(beurs)genoteerde beleggingen zijn gewaardeerd tegen reële waarde en worden onderscheiden in terreinen en gebouwen, aandelen, hypotheken, obligaties en andere financiële beleggingen.

 

De reële waarde is niet in alle gevallen te verifiëren aan marktprijzen en marktgegevens. Er zijn beleggingen die worden gewaardeerd op basis van onafhankelijke taxaties, waarderingsmodellen of andere methoden. De waardering is afhankelijk van de beschikbaarheid en toepasbaarheid van marktgegevens en andere informatie. Dit verhoogt de schattingsonzekerheid met betrekking tot de waardering van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen. Wij hebben dit derhalve als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Gebruik van schattingen en veronderstellingen”, “Grondslagen voor waardering activa en passiva” en noot 2 “Beleggingen”.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren van de geschiktheid van door Bovemij N.V. gehanteerde grondslagen voor de waardering van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Verder hebben wij systeemgerichte- en gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de waardering van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen. Onze voornaamste werkzaamheden betroffen:

•     voor de posities in terreinen en gebouwen hebben wij de interne beheersingsmaatregelen van het taxatieproces onderzocht.

•     met gebruikmaking van eigen vastgoedspecialisten hebben wij voor een selectie van objecten de onafhankelijke taxaties, en daarbij gehanteerde uitgangspunten, getoetst op basis van marktgegevens (bandbreedtes);

•     voor de posities in niet-(beurs)genoteerde fondsen in aandelen en hypotheken hebben wij de waarderingen geverifieerd met gecontroleerde jaarrekeningen 2020 van deze fondsen. Waar deze (nog) niet beschikbaar zijn, is de aansluiting vastgesteld met de meest recente (niet gecontroleerde) NAV-rapportages van de fondsmanagers, alsmede hebben wij back-testing procedures uitgevoerd (met gecontroleerde jaarrekeningen) en de interne beheersingsorganisatie beoordeeld van de fondsmanager aan de hand van ISAE 3402 rapportages.

 

Tenslotte hebben wij geëvalueerd of de toelichting op de niet-(beurs)genoteerde beleggingen voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de reële waardes van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen nauwkeurig zijn gewaardeerd en/of zich bevinden binnen aanvaardbare bandbreedtes.

 

De toelichting op de niet-(beurs)genoteerde beleggingen voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Schattingsonzekerheid aangaande de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease

Risico

Per 31 december 2020 bedragen de vorderingen uit hoofde van financial lease € 329,0 miljoen. Daarnaast is onder de Overige vorderingen - Debiteuren niet verzekeringstechnische activiteiten een post leasevorderingen opgenomen waarop een voorziening is getroffen van

€ 3,1 miljoen. Per balansdatum is er door Bovemij N.V. beoordeeld of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van de uitstaande vorderingen. Indien er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen als gevolg van nadelige veranderingen in de betalingsstatus van lessees of significante betalingsachterstanden, vormt Bovemij N.V. een voorziening voor oninbare financial leasevorderingen. Het bepalen van de voorziening voor oninbare financial leasevorderingen is onderhevig aan schattingsonzekerheden, zoals de realiseerbare waarde van de uitstaande vorderingen rekening houdend met de waarde van beschikbaar onderpand en de verwachting omtrent het betalingsgedrag en betalingscapaciteit van de lessees.

Als gevolg van de ontwikkelingen rondom de Covid-19 pandemie, is Bovemij N.V. geconfronteerd met een toegenomen kredietrisico op haar leaseportefeuille. Dit verhoogt de schattingsonzekerheid met betrekking tot voorziening op oninbare vorderingen. Daarnaast is in beschouwing genomen het fraude risico met betrekking tot doorbreking van interne beheersmaatregelen door management. Wij hebben dit als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Gebruik van schattingen en veronderstellingen”, “Grondslagen voor waardering activa en passiva” en noot 3 “Vorderingen uit hoofde van financial lease” en “Overige vorderingen”.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren van de geschiktheid van door Bovemij N.V. gehanteerde grondslagen voor de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

 

Onze controleaanpak omvatte verder onder andere het evalueren van de opzet en bestaan van de interne beheersingsmaatregelen in het primaire proces ten aanzien van het bepalen van de voorziening voor oninbare financial leasevorderingen.

 

Wij hebben op basis van deelwaarneming beoordeeld of de voorziening voor oninbare vorderingen conform het voorzieningenbeleid voor oninbare financial leasevorderingen is bepaald. Daarnaast hebben wij eerdere schattingen en eventuele herschattingen door het management beoordeeld (zogenoemde “back test”). Verder hebben wij geëvalueerd of wijzigingen ten opzichte van het voorzieningenbeleid passend zijn en hebben wij geëvalueerd of afwijkingen van het voorzieningenbeleid door het management bij het vormen van een individuele voorziening aanvaardbaar zijn. Tevens hebben wij onderzocht of er sprake is geweest van doorbreking van interne beheersmaatregelen door management.

 

Verder hebben wij gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd om controle-informatie na balansdatum te verkrijgen waarmee wij hebben geëvalueerd of deze van materiele invloed zijn op de omvang van de gevormde voorziening voor oninbare financial leasevorderingen per balansdatum.

 

Wij hebben analytische werkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de waardering van de uitstaande financial leaseportefeuille en de realiseerbare waarde van de uitstaande financial leasevorderingen. Als onderdeel hiervan hebben wij de juistheid van de waardering van de beschikbare onderpanden getoetst en hebben wij het betaalgedrag en betaalcapaciteit van de lessees beoordeeld doormiddel van afloopcontroles en doorkijkanalyses.

 

Tenslotte hebben wij geëvalueerd of de toelichting op de vorderingen uit hoofde van financial lease voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de waardering van de vorderingen uit hoofde van financial lease nauwkeurig is.

 

De toelichting op de waardering op de vorderingen uit hoofde van financial lease voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Compliance risico ten aanzien van incidentmelding 2018

Risico

Eind 2018 is de raad van commissarissen (RvC) van Bovemij N.V. op de hoogte gesteld van een melding in het kader van mogelijke non-compliance met wet- en regelgeving (hierna: incidentmelding 2018). De RvC heeft onafhankelijk extern onderzoek laten uitvoeren aangaande deze incidentmelding 2018. Dit onderzoek is afgerond in 2019. Aan de hand hiervan is door management een verbeterplan opgesteld en zijn verbetermaatregelen doorgevoerd. Dit heeft geleid tot onder meer het aanpassen van de samenstelling alsmede het aanpassen van de rol van de bestuurders, verdere acties op het gebied van het voorkomen van tegenstrijdige belangen en verdere versterkte aandacht voor integere bedrijfsvoering. De Risk Management, Compliance en Audit functie zijn versterkt qua bezetting en verder geprofessionaliseerd.

 

De toezichthouders AFM en DNB en de Belastingdienst hebben eigen onderzoeken gestart. Het risico bestaat dat de uitkomst van deze onderzoeken leidt tot de conclusie dat Bovemij N.V. zich niet aan wet- en regelgeving heeft gehouden. Niet-naleven van wet- en regelgeving kan leiden tot mogelijke (materiële) boetes waar voorzieningen voor moeten worden getroffen indien deze betrouwbaar kunnen worden geschat en waarschijnlijk zijn. Wij hebben dit derhalve als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de paragraaf “Risicomanagement” onder “Compliance risico’s”, de paragraaf ‘Compliance dossier’ in het verslag van de raad van commissarissen en “Niet in de balans opgenomen regelingen” onder “Melding compliance issue”.

 

Onze controleaanpak

Wij hebben informatie ingewonnen over het verloop van de onderzoeken bij het management en de RvC. Wij hebben in het kader van de jaarrekeningcontrole extra detail controles uitgevoerd. Hierbij zijn wij ondersteund door interne specialisten met juridische kennis en specifieke kennis op het gebied van forensische onderzoeken. Onze voornaamste werkzaamheden betroffen:

•     het toetsen van de impact van de lopende onderzoeken van toezichthouders en de Belastingdienst op de jaarrekening en het beoordelen van de noodzaak tot het treffen van een voorziening;

•     het uitvoeren van extra detailcontroles ten aanzien van marketinguitgaven over 2020 inachtnemend de bevindingen uit het onderzoeksrapport;

•     het kennisnemen van de communicatie met toezichthouders en de Belastingdienst;

•     het opvragen en beoordelen van advocatenbrieven met de hulp van eigen juristen;

•     het kennisnemen van de realisatie van het verbeterplan;

•     evalueren van de toereikendheid van de toelichting in de jaarrekening.

 

Belangrijke observaties

Per balansdatum en tot de datum van onze controleverklaring zijn de onderzoeken van toezichthouders en de Belastingdienst nog niet afgerond. Tot op heden zijn er geen boetes opgelegd door de toezichthouders.

De toelichting in de paragraaf “Niet in de balans opgenomen regelingen – Melding compliance issue” voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking

Risico

Bovemij N.V. is voor de continuïteit van de bedrijfsprocessen en voor het opmaken van de jaarrekening sterk afhankelijk van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van haar geautomatiseerde systemen.

 

De diversiteit aan informatietechnologie binnen de verschillende bedrijfsentiteiten van Bovemij N.V. brengt het risico van ineffectief systeembeheer in relatie tot de informatiesystemen met zich mee relevant voor onze jaarrekeningcontrole. Ook maakt dat de huidige uitbestedingen kunnen leiden tot complexiteit in de dienstverlening en contractbeheer. Daarnaast zijn (veronderstelde) cyber security risico’s toegenomen. Wij hebben dit derhalve als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de paragraaf “Risico management” onder “Operationele risico’s” en “Gebeurtenissen na balansdatum”.

 

Onze controleaanpak

Wij hebben de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking vastgesteld voor zover dit relevant is in het kader van de jaarrekeningcontrole. Wij hebben met name de processen logische toegangsbeveiliging, wijzigingenbeheer en continuïteitsbeheer onderzocht. Daarnaast hebben wij kennis genomen van het uitbestedingsbeleid en contractmanagement van Bovemij N.V.

In aanvulling hierop hebben wij gegevensgerichte werkzaamheden verricht met betrekking tot de informatie die wordt geregistreerd in en gegenereerd vanuit de betreffende systemen.

 

Tenslotte hebben wij kennis genomen van de gemelde IT en cyber-incidenten (inclusief het datalek bij groepsmaatschappij RDC zoals toegelicht in de Gebeurtenissen na balansdatum), en de impact hiervan op de jaarrekening geëvalueerd.

 

Belangrijke observaties

Gebaseerd op een combinatie van het testen van de IT controles en aanvullende gegevensgerichte werkzaamheden ten aanzien van het systeembeheer, hebben wij voldoende geschikte controle-informatie verkregen voor het doel van onze controle.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:
• het verslag van de Raad van Bestuur, inclusief Voorwoord;
• het verslag van de Raad van Commissarissen;
• de Overige gegevens;
• Kerncijfers en Onze aandeelhouders.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
• alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen voor de jaarrekening

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is de raad van bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de raad van bestuur afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet de raad van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De raad van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vennootschap.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. De sectie Onze controle-aanpak hierboven, bevat een informatieve samenvatting van onze verantwoordelijkheden en de uitgevoerde werkzaamheden als basis voor ons oordeel.

Communicatie

Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. 

Wij bevestigen aan de raad van commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. 

Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met de raad van commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.

  

Den Haag, 7 april 2021

  

Ernst & Young Accountants LLP

  

w.g. S.B. Spiessens RA