Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: de aandeelhouders en raad van commissarissen van Bovemij N.V.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2022

Ons oordeel

Wij hebben de jaarrekening voor het boekjaar geëindigd op 31 december 2022 van Bovemij N.V. te Nijmegen gecontroleerd.

Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Bovemij N.V. per 31 december 2022 en van het resultaat over 2022 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

 De jaarrekening bestaat uit:

  • De geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2022

  • De geconsolideerde en enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2022

  • De toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening.

Wij zijn onafhankelijk van Bovemij N.V. (hierna ook wel: Bovemij of de onderneming) zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Informatie ter ondersteuning van ons oordeel

Wij hebben onze controlewerkzaamheden bepaald in het kader van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. Onderstaande informatie ter ondersteuning van ons oordeel en onze bevindingen moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies.

Ons inzicht in Bovemij N.V.

Bovemij N.V. is actief in de mobiliteitsbranche met de volgende drie kernactiviteiten: verzekeren, financieren en data/platformactiviteiten. De groepsstructuur bestaat uit verschillende groepsonderdelen en wij hebben onze controle daarop ingericht. Wij hebben bijzondere aandacht in onze controle besteed aan een aantal onderwerpen op basis van de activiteiten van de groep en onze risicoanalyse.

Wij hebben de materialiteit bepaald en de risico’s geïdentificeerd en ingeschat dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, om in reactie op deze risico’s de controlewerkzaamheden te bepalen ter verkrijging van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Materialiteit

Materialiteit

€ 4,3 miljoen (2021: € 5,1 miljoen)

Toegepaste benchmark

Circa 2% van het groepsvermogen per 31 december 2022 (2021: 2%)

Nadere toelichting

Het groepsvermogen wordt relevant geacht door stakeholders en is een relatief stabiele basis voor de bepaling van de materialiteit. Derhalve achten wij het groepsvermogen de meest geschikte basis voor het bepalen van de materialiteit. De wijze waarop wij de materialiteit hebben bepaald, is niet gewijzigd ten opzichte van voorgaand boekjaar.

Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven € 215 duizend rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.

Reikwijdte van de groepscontrole

Bovemij N.V. staat aan het hoofd van een groep van entiteiten (groepsonderdelen). De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.

De groepscontrole heeft zich met name gericht op de significante groepsonderdelen met de hiervoor beschreven kernactiviteiten van Bovemij N.V.:

  • N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij

  • Bovemij Financieringsmaatschappij B.V.

  • BOVAG Bovemij Platform B.V.

  • Bovemij Interne Diensten B.V.

Bij de significante groepsonderdelen, die circa 92% van het totale groepsvermogen vertegenwoordigen, hebben wij zelfstandig controlewerkzaamheden uitgevoerd. Bij de andere groepsonderdelen hebben wij cijfer-analytische werkzaamheden uitgevoerd.

Door bovengenoemde werkzaamheden bij groepsonderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de geconsolideerde jaarrekening.

Opdrachtteam en gebruikmaken van het werk van specialisten

Wij hebben zorggedragen dat het opdrachtteam zowel op het niveau van de groep als op het niveau van de groepsonderdelen over de juiste kennis en vaardigheden beschikt die nodig zijn voor de controle van een onderneming actief in de verzekeringssector en de mobiliteitsbranche. Wij hebben in het opdrachtteam specialisten opgenomen op het gebied van IT audit, actuariële- en belastingspecialisten. Daarnaast hebben wij eigen deskundigen ingeschakeld voor de controle van de waardering van vastgoed.

Onze focus op fraude en het niet-naleven van wet- en regelgeving

Onze verantwoordelijkheid
Hoewel wij niet verantwoordelijk zijn voor het voorkomen van fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving en van ons niet verwacht kan worden dat wij het niet-naleven van alle wet- en regelgeving ontdekken, is het onze verantwoordelijkheid om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening als geheel geen afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.

Onze controle-aanpak met betrekking tot frauderisico’s
Wij hebben de risico’s geïdentificeerd en ingeschat op een afwijking van materieel belang op de jaarrekening die het gevolg is van fraude. Wij hebben tijdens onze controle inzicht verkregen in de onderneming en haar omgeving, de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder het risico-inschattingsproces en de wijze waarop de raad van bestuur inspeelt op frauderisico’s en het interne beheersingssysteem monitort en de wijze waarop de raad van commissarissen toezicht uitoefent, alsmede de uitkomsten daarvan.

Wij verwijzen naar hoofdstuk Risicomanagement BNV van het jaarverslag, waarin de raad van bestuur zijn risicoanalyse heeft opgenomen na overweging van mogelijke frauderisico’s.

Wij hebben de opzet en de relevante aspecten van het interne beheersingssysteem en in het bijzonder de frauderisicoanalyse geëvalueerd alsook bijvoorbeeld de Gedragscode Bovemij, klokkenluidersregeling Bovemij en de incidentenregistratie. Wij hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd van interne beheersmaatregelen gericht op het mitigeren van frauderisico’s.

Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van frauderisico’s, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneigenlijke toe-eigening van activa en omkoping en corruptie. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude.

In onze controle bouwen wij een element in van onvoorspelbaarheid. Ook hebben wij de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving.

Zoals in al onze controles houden wij rekening met het risico dat het management interne beheersmaatregelen kan doorbreken. Vanwege dit risico hebben wij onder meer schattingen beoordeeld op tendenties die mogelijk een risico vormen op een afwijking van materieel belang, met name gericht op belangrijke gebieden die oordeelsvorming vereisen en significante schattingsposten, zoals toegelicht in ‘Gebruik van schattingen en veronderstellingen’ in de toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening. Ook hebben wij data analyse gebruikt om journaalposten met een verhoogd risico te signaleren en te toetsen en de zakelijke beweegredenen (of het ontbreken daarvan) beoordeeld van bijzondere transacties, waaronder die met verbonden partijen.

Zoals beschreven in onze kernpunten van de controle ‘Schattingsonzekerheid aangaande de bepaling en toetsing van de waardering en toereikendheid van de technische voorziening voor te betalen schaden’ en ‘Schattingsonzekerheid aangaande de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease’, hebben wij vanwege het risico dat management interne beheersmaatregelen kan doorbreken, onder meer oordeelsvorming en schattingen beoordeeld op tendenties die mogelijk een risico vormen op een afwijking van materieel belang.

Wij hebben geen frauderisico geïdentificeerd ten aanzien van de opbrengstenverantwoording.

Wij hebben kennis genomen van de beschikbare informatie en om inlichtingen gevraagd bij de raad van bestuur, stafafdelingen (waaronder de interne accountantsdienst, risk afdeling en compliance afdeling) en de raad van commissarissen.

Uit de door ons geïdentificeerde frauderisico’s, ontvangen inlichtingen en andere beschikbare informatie volgen geen specifieke aanwijzingen voor fraude of vermoedens van fraude met een mogelijk materieel belang voor het beeld van de jaarrekening.

Onze controle-aanpak met betrekking tot het risico van niet voldoen aan wet- en regelgeving
Wij hebben passende controlewerkzaamheden verricht inzake de naleving van de bepalingen van de relevante wet- en regelgeving die van directe invloed zijn op de verantwoorde bedragen en toelichtingen in de jaarrekening. Daarnaast hebben wij de omstandigheden ingeschat met betrekking tot het risico van niet-naleven van wet- en regelgeving waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze van materiële invloed kunnen zijn op de jaarrekening, op basis van onze ervaring in de sector, door afstemming met de raad van bestuur, het lezen van notulen, het kennisnemen van de integriteitsrisicoanalyse (SIRA) van de raad van bestuur, rapporten van de interne accountant, juridische zaken en compliance afdeling en het uitvoeren van gegevensgerichte werkzaamheden gericht op transactiestromen, jaarrekeningposten en toelichtingen.

We hebben verder kennis genomen van advocatenbrieven en correspondentie met toezichthouders en zijn alert gebleven op indicaties voor een (mogelijke) niet-naleving gedurende de controle. Ten slotte hebben we schriftelijk de bevestiging ontvangen dat alle bekende gebeurtenissen van niet-naleving van wet- en regelgeving met ons zijn gedeeld. Wij verwijzen verder naar ons kernpunt van de controle Compliance risico ten aanzien van incidentmelding 2018.

Onze controle-aanpak met betrekking tot de continuïteitsveronderstelling

Zoals toegelicht onder ‘Continuïteit’ in de toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, is de jaarrekening opgemaakt op basis van de continuïteitsveronderstelling. Bij het opmaken van de jaarrekening heeft de raad van bestuur een specifieke beoordeling gemaakt van de mogelijkheid van de onderneming om haar continuïteit te handhaven en de activiteiten voort te zetten voor tenminste de komende 12 maanden.

Wij hebben de specifieke beoordeling met de raad van bestuur besproken en professioneel-kritisch geëvalueerd. Wij hebben overwogen of de specifieke beoordeling van de raad van bestuur op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, alle relevante gebeurtenissen en omstandigheden bevat waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen.

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij geen materiële onzekerheden ten aanzien van de continuïteit geïdentificeerd. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven.

De kernpunten van onze controle

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.

In vergelijking met voorgaand jaar, hebben wij geen relevante wijzigingen aangebracht in de kernpunten van onze controle.

Schattingsonzekerheid aangaande de bepaling en toetsing van de waardering en toereikendheid van de technische voorziening voor te betalen schaden

Risico

Per 31 december 2022 bedraagt de schadevoorziening (bestaande uit de technische voorziening voor te betalen schaden verminderd met het aandeel herverzekeraars en de overige technische voorzieningen voor schadebehandelingskosten) € 266,2 miljoen, ofwel circa 30% van het balanstotaal. In de bepaling van de technische voorzieningen voor te betalen schaden neemt Bovemij een inschatting op voor schaden die per balansdatum zijn voorgevallen maar nog niet bij Bovemij zijn gemeld (IBNR), alsmede voor mogelijke mutaties in wel gemelde maar nog niet afgewikkelde schaden (IBNER).

 

In de berekening van deze schadevoorziening worden door het management schattingen en veronderstellingen gehanteerd ten aanzien van het verwachte schadeverloop, raming van de verwachte na-meldingen en schadeontwikkeling en de schadebehandelingskosten. Deze schattingen en veronderstellingen zijn subjectief van aard en het gebruik van andere schattingen en veronderstellingen kan een materiële impact hebben op het vermogen en resultaat van Bovemij.

Zoals uitgelegd in de grondslagen voor de waardering van activa en passiva inzake de Toereikendheidstoets, voert Bovemij een toets uit op de toereikendheid van de balanswaarde van de technische voorziening. Hiertoe wordt een toetsvoorziening vastgesteld. Deze toetsvoorziening is een benadering van de marktwaarde van de verplichtingen, waarbij rekening wordt gehouden met onzekerheidsmarges. De toets wordt op totaalniveau uitgevoerd, gesplitst naar de schadevoorziening en de premievoorziening (inclusief toekomstposten), waarbij een bandbreedte wordt vastgesteld. Indien per jaareinde blijkt dat de balansvoorziening op basis van het voorzieningenbeleid aanpassing behoeft, wordt de balansvoorziening op het, in het voorzieningenbeleid opgenomen, streefniveau gebracht. Hierbij worden eventuele tekorten en overschotten op de schade- en premievoorziening niet onderling gecompenseerd. Er wordt gebruikgemaakt van gangbare actuariële methoden en technieken en van expert judgement. In 2022 heeft Bovemij een schattingswijziging doorgevoerd met betrekking tot de veronderstelling inzake de inflatie van verplichtingen uit hoofde van de schadevoorziening, zoals toegelicht onder de Schattingswijzigingen in de toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening. De doorgevoerde schattingswijziging van inflatie heeft een impact van circa € 4,3 miljoen gehad op de toetsvoorziening en de daarop gebaseerde IBNER.

 

Het gebruik van schattingen en veronderstellingen bij de bepaling van de schadevoorziening brengt significante onzekerheden met zich mee. Het risico bestaat dat de berekende schadevoorziening niet juist is gewaardeerd en/of niet toereikend is om de verplichtingen uit hoofde van schadeclaims te kunnen afwikkelen. Hierbij is in beschouwing genomen het fraude risico met betrekking tot doorbreking van interne beheersmaatregelen door management en met andere ongeoorloofde vormen van beïnvloeding van het proces van financiële verslaggeving. Wij hebben dit derhalve als een kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Gebruik van schattingen en veronderstellingen”, “Grondslagen voor waardering activa en passiva” inzake de Technisch voorzieningen, noot 9 “Technische voorzieningen” (voor de te betalen schaden en overige technische voorzieningen) en noot 14 “Schade eigen rekening” in de Resultaat technische rekening per branchegroep.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren of de door Bovemij gehanteerde grondslagen voor de waardering van de schadevoorziening in overeenstemming zijn met Titel 9 Boek 2 BW en Richtlijn voor de Jaarverslaggeving (RJ) 605 ‘Verzekeringsmaatschappijen’ en of deze grondslagen en de gehanteerde modellen en veronderstellingen bij de bepaling van de schadevoorziening consistent zijn toegepast of, indien sprake is van wijzigingen, deze in de gegeven omstandigheden passend zijn.

 

Wij hebben met inzet van onze actuariële specialisten controlewerkzaamheden verricht op de waardering en toereikendheid van de schadevoorziening. Wij hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd en de werking getoetst van de relevante interne beheersingsmaatregelen in de processen gerelateerd aan de schadevoorziening. In het bijzonder hebben wij de interne controles onderzocht die zijn gericht op de vaststelling van de schadevoorziening, de uitvoering van de toereikendheidstoets en de betrouwbaarheid van de basisgegevens die daarbij zijn gebruikt. Verder hebben wij kennisgenomen van de rapportages en de werkzaamheden beoordeeld van de actuariële functiehouder.

 

Onze voornaamste overige, gegevensgerichte controlewerkzaamheden hebben betrekking op:

•     het beoordelen van de gebruikte data en het toetsen daarvan aan de hand van de onderliggende interne en externe informatie;

•     het evalueren van de aanvaardbaarheid van de gehanteerde methoden en veronderstellingen, inclusief de hierin doorgevoerde schattingswijziging voor inflatie, voor de waardering van de schadevoorziening. Wij hebben specifieke controlewerkzaamheden uitgevoerd om de redelijkheid van schattingen en de gehanteerde veronderstellingen te evalueren aan de hand van historische informatie, sectorinformatie, professionele oordeelsvorming en het verrichten van een retrospectieve beoordeling van de schattingen en veronderstellingen in voorgaand boekjaar;

•     het toetsen van de totstandkoming en het evalueren van de gevoeligheidsanalyses aan hand van de onderliggende berekeningen;

•     het beoordelen van de post-voor-post bepaalde voorziening voor te betalen schaden op basis van deelwaarnemingen;

•     het beoordelen van de voorziening voor niet-gemodelleerde portefeuilles;

•     het evalueren van de modellen waarmee de schadevoorziening is berekend en waarmee de toereikendheidstoets is uitgevoerd;

•     door middel van het testen van journaalposten en het uitvoeren van cijferanalyses beoordelen of er sprake is geweest van doorbreking van interne beheersmaatregelen door management.

 

Tenslotte hebben wij geëvalueerd of de toelichting op de schadevoorziening voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de methoden gehanteerd voor de waardering van de schadevoorziening passend zijn. De schattingen en veronderstellingen waarop de bepaling en de toetsing van de toereikendheid van de schadevoorziening zijn gebaseerd, bevinden zich binnen aanvaardbare bandbreedtes. Wij hebben vastgesteld dat de schadevoorziening nauwkeurig is gewaardeerd en toereikend is.

 

De toelichting op de schadevoorziening voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

  

Schattingsonzekerheid aangaande de waardering van niet-(beurs)genoteerde beleggingen

Risico

Per 31 december 2022 bedragen de niet-(beurs)genoteerde beleggingen € 135,9 miljoen. De niet-(beurs)genoteerde beleggingen zijn gewaardeerd tegen reële waarde en worden onderscheiden in terreinen en gebouwen, hypotheekfondsen en uitstaande leningen.

 

De reële waarde van niet-(beurs)genoteerde beleggingen wordt bepaald op basis van onafhankelijke taxaties, waarderingsmodellen of andere methoden. De waardering is afhankelijk van de beschikbaarheid en toepasbaarheid van marktgegevens en andere informatie. Dit verhoogt de schattingsonzekerheid met betrekking tot de waardering van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen. Derhalve hebben wij dit als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Gebruik van schattingen en veronderstellingen”, “Grondslagen voor waardering activa en passiva” en naar de toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2022 onder noot 2 “Beleggingen”.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren of de door Bovemij gehanteerde grondslagen voor de waardering van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen in overeenstemming zijn Titel 9 Boek 2 BW en of deze grondslagen consistent zijn toegepast of, indien sprake is van wijzigingen, deze in de gegeven omstandigheden passend zijn.

 

Wij hebben systeemgerichte- en gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de waardering van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen. Onze voornaamste werkzaamheden betroffen:

•     met gebruikmaking van eigen vastgoedspecialisten hebben wij voor een selectie van objecten de onafhankelijke taxaties en daarbij gehanteerde uitgangspunten getoetst aan de hand van beschikbare marktgegevens (bandbreedtes);

•     voor de posities in niet-(beurs)genoteerde hypotheekfondsen hebben wij de waarderingen geverifieerd met gecontroleerde jaarrekeningen 2022 van deze fondsen. Waar deze (nog) niet beschikbaar zijn, is de aansluiting vastgesteld met de meest recente, niet-gecontroleerde-Net Asset Value (NAV) rapportages van de fondsmanagers, alsmede hebben wij back-testing procedures uitgevoerd (met gecontroleerde jaarrekeningen) en de interne beheersingsorganisatie beoordeeld van één van de fondsmanagers aan de hand van een ISAE 3402 rapportage. Verder hebben wij vastgesteld of de gekozen waarderingsgrondslagen en de belangrijkste uitgangspunten daarbij aansluiten op de grondslagen van de onderneming.

 

Ten slotte hebben wij geëvalueerd of de toelichting op de niet-(beurs)genoteerde beleggingen voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de reële waarde van de niet-(beurs)genoteerde beleggingen nauwkeurig zijn bepaald en/of zich bevinden binnen aanvaardbare bandbreedtes.

 

De toelichting op de niet-(beurs)genoteerde beleggingen voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 
  

Schattingsonzekerheid aangaande de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease

Risico

Per 31 december 2022 bedragen de vorderingen uit hoofde van financial lease € 258,2 miljoen, na aftrek van de bijzondere waardeverminderingen van € 0,4 miljoen. Per balansdatum is er door Bovemij beoordeeld of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van de uitstaande vorderingen. Indien er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen als gevolg van nadelige veranderingen in de betalingsstatus van lessees of significante betalingsachterstanden, vormt Bovemij een voorziening voor oninbare financial leasevorderingen.

 

Het bepalen van de voorziening voor oninbare financial leasevorderingen is onderhevig aan schattingsonzekerheden, zoals de realiseerbare waarde van de uitstaande vorderingen rekening houdend met de waarde van beschikbaar onderpand en de verwachting omtrent het betalingsgedrag en betalingscapaciteit van de lessees. Dit zorgt voor schattingsonzekerheid met betrekking tot voorziening op oninbare vorderingen. Daarnaast is in beschouwing genomen het fraude risico met betrekking tot doorbreking van interne beheersmaatregelen door management. Wij hebben dit als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de “Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening” onder “Gebruik van schattingen en veronderstellingen”, “Grondslagen voor waardering activa en passiva” en noot 3 “Vorderingen uit hoofde van financial lease”.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren of de door Bovemij gehanteerde grondslagen voor de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease en het voorzieningenbeleid in overeenstemming zijn Titel 9 Boek 2 BW en of deze grondslagen en het voorzieningenbeleid consistent zijn toegepast of, indien sprake is van wijzigingen, deze in de gegeven omstandigheden passend zijn.

 

Onze controleaanpak omvatte onder andere het evalueren van de opzet en bestaan van de interne beheersingsmaatregelen in het primaire proces ten aanzien van het bepalen van de voorziening voor oninbare financial leasevorderingen.

 

Wij hebben verder gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de waardering van vorderingen uit hoofde van financial lease. Onze voornaamste werkzaamheden betroffen:

•     op basis van deelwaarneming hebben wij beoordeeld of de voorziening voor oninbare financial leasevorderingen in overeenstemming is met het voorzieningenbeleid;

•     wij hebben analytische- en detailwerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de waardering van de uitstaande financial leaseportefeuille en de realiseerbare waarde van de uitstaande financial leasevorderingen. Als onderdeel hiervan hebben wij de juistheid van de waardering van de beschikbare onderpanden getoetst en hebben wij het betaalgedrag en betaalcapaciteit van de lessees beoordeeld doormiddel van afloopcontroles en doorkijkanalyses.

•     wij hebben beoordeeld of eerdere schattingen en eventuele herschattingen door het management adequaat waren (zogenoemde “back test”);

•     wij hebben onderzocht of er sprake is geweest van doorbreking van interne beheersmaatregelen door management

•     wij hebben geëvalueerd of er relevante gebeurtenissen na balansdatum zijn geweest die van materiele invloed zijn op de omvang van de gevormde voorziening voor oninbare financial leasevorderingen per balansdatum.

 

Ten slotte hebben wij geëvalueerd of de toelichting op de vorderingen uit hoofde van financial lease voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 

Belangrijke observaties

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de waardering van de vorderingen uit hoofde van financial lease nauwkeurig is.

 

De toelichting op de waardering op de vorderingen uit hoofde van financial lease voldoet aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 
  

Compliance risico ten aanzien van incidentmelding 2018

Risico

Eind 2018 is de raad van commissarissen (RvC) van Bovemij op de hoogte gesteld van een melding in het kader van mogelijke non-compliance met wet- en regelgeving (hierna: incidentmelding 2018). De RvC heeft naar aanleiding hiervan een onafhankelijk extern onderzoek laten uitvoeren en afgerond in 2019 en door Bovemij zijn nadien verbetermaatregelen geïmplementeerd in 2020, 2021 en 2022.

 

Zoals toegelicht in de paragraaf ‘Compliance dossier’ in het verslag van de raad van bestuur hebben de toezichthouders De Nederlandsche Bank (DNB) en de autoriteit financiële markten (AFM) eigen onderzoeken uitgevoerd naar aanleiding van de incidentmelding 2018. In navolging van het in 2021 voorgenomen boetebesluit door de AFM aan dochtermaatschappij N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij in verband met het overtreden van het provisieverbod, is de boete gewijzigd met € 0,25 miljoen tot € 1,75 miljoen in 2022. Daarnaast ontving dochtermaatschappij N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij in november 2022 van de DNB een voorgenomen besluit tot het opleggen van een boete met een basisbedrag van € 2 miljoen voor het niet voeren van integere en beheerste bedrijfsvoering over de periode 2016 tot en met 2020. Dit bedrag is als beste inschatting door Bovemij verwerkt in de jaarrekening van 2022. De uiteindelijke boete kan hiervan echter nog afwijken. Verder is de Belastingdienst haar eigen onderzoek gestart naar aanleiding van de incidentmelding 2018 welke gedeeltelijk is afgerond.

 

Het risico bestaat dat de verdere uitkomsten van deze onderzoeken leiden tot (materiële) boetes en/of financiële verplichtingen als gevolg van het niet-naleven van wet- en regelgeving door Bovemij waarvoor (gewijzigde) voorzieningen moeten worden getroffen indien een uitstroom van middelen waarschijnlijk is en de omvang betrouwbaar kan worden geschat. Wij hebben dit derhalve als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de paragraaf ‘Compliance dossier’ in het verslag van de raad van bestuur, in het verslag van de raad van commissarissen, de toelichting op de geconsolideerde balans onder noot 10 “Voorzieningen” en de toelichting op geconsolideerde winst-en-verliesrekening onder noot 19 “Andere lasten”.

 

Onze controleaanpak

Onze werkzaamheden bestonden onder andere uit het evalueren of de door Bovemij gehanteerde grondslagen voor opname en waardering van voorzieningen en/of de toelichting van niet in de balans opgenomen verplichtingen in overeenstemming zijn Titel 9 Boek 2 BW en of deze grondslagen consistent zijn toegepast of, indien sprake is van wijzigingen, deze in de gegeven omstandigheden passend zijn.

 

Wij hebben informatie ingewonnen over het verloop en de uitkomsten van de onderzoeken bij de raad van bestuur en raad van commissarissen. Wij hebben in het kader van de jaarrekeningcontrole detail controles uitgevoerd. Onze voornaamste werkzaamheden betroffen:

•     het toetsen van de impact van de (lopende) onderzoeken van toezichthouders en de Belastingdienst op de jaarrekening en het beoordelen van de noodzaak tot het treffen van een voorziening en/of het wijzigen van de reeds gevormde voorziening;

•     het beoordelen van de verwerking in de jaarrekening van boetes en/of financiële verplichtingen van reeds gecommuniceerde uitkomsten door toezichthouders en/of de Belastingdienst;

•     het kennisnemen van de communicatie met toezichthouders en de Belastingdienst;

•     het opvragen en beoordelen van advocatenbrieven;

•     het uitvoeren van extra detailcontroles ten aanzien van marketinguitgaven over 2022 met inachtneming van de bevindingen uit het onderzoeksrapport in opdracht van de RvC;

•     evalueren van de toereikendheid van de toelichting in de jaarrekening.

 

Belangrijke observaties

Per balansdatum en tot de datum van onze controleverklaring hebben wij geen reden te veronderstellen dat de uitkomsten van de afgeronde onderzoeken door de AFM en DNB en het gedeeltelijk afgeronde onderzoek door de Belastingdienst niet adequaat zijn verantwoord en toegelicht in de jaarrekening.

 

De toelichtingen in de jaarrekening voldoen aan de vereisten van Titel 9 Boek 2 BW.

 
  

Betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking

Risico

Bovemij is voor de continuïteit van de bedrijfsprocessen en voor het opmaken van de jaarrekening sterk afhankelijk van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van haar geautomatiseerde systemen.

De diversiteit aan informatietechnologie binnen de verschillende bedrijfsentiteiten van Bovemij brengt het risico van ineffectief systeembeheer in relatie tot de informatiesystemen met zich mee relevant voor onze jaarrekeningcontrole. Daarnaast heeft medio 2022 voor zakelijke verzekeringsproducten een datamigratie plaatsgevonden van een oud verzekeringssysteem naar een nieuw verzekeringssysteem. Ook maakt dat de huidige uitbestedingen kunnen leiden tot complexiteit in de dienstverlening en contractbeheer. Verder zijn (veronderstelde) cyber security risico’s onverminderd aanwezig. Wij hebben derhalve de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking als kernpunt van onze controle aangemerkt.

 

Wij verwijzen naar de paragraaf “Risico management” onder “Operationele risico’s”.

 

Onze controleaanpak

Wij hebben de betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking vastgesteld voor zover dit relevant is in het kader van de jaarrekeningcontrole. Wij hebben met name de processen logische toegangsbeveiliging, wijzigingenbeheer en continuïteitsbeheer onderzocht. Daarnaast hebben wij de datamigratie van het oude verzekeringssysteem naar het nieuwe verzekeringssysteem onderzocht. Verder hebben wij kennis genomen van het uitbestedingsbeleid en contractmanagement van Bovemij. In aanvulling hierop hebben wij gegevensgerichte werkzaamheden verricht met betrekking tot de informatie die wordt geregistreerd in en gegenereerd vanuit de betreffende systemen.

 

Ten slotte hebben wij kennis genomen van de gemelde IT en cyber-incidenten en de impact hiervan op de jaarrekening geëvalueerd.

 

Belangrijke observaties

Gebaseerd op een combinatie van het toetsen van de algemene IT beheersmaatregelen, het evalueren van IT en cyber-incidenten en aanvullende gegevensgerichte werkzaamheden ten aanzien van het systeembeheer, hebben wij voldoende zekerheid verkregen omtrent de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking die relevant zijn in het kader van onze jaarrekeningcontrole.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Het jaarverslag omvat andere informatie naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

  • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

  • alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist voor het bestuursverslag en de overige gegevens.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten

Benoeming

Wij zijn door de raad van commissarissen op 25 april 2014 benoemd als accountant van Bovemij N.V. vanaf de controle van het boekjaar 2014 en zijn sinds dat boekjaar tot nu toe de externe accountant.

Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen voor de jaarrekening

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is de raad van bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de raad van bestuur afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de raad van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de onderneming te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De raad van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderneming.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. De sectie ‘Informatie ter ondersteuning van ons oordeel’ hierboven, bevat een informatieve samenvatting van onze verantwoordelijkheden en de uitgevoerde werkzaamheden als basis voor ons oordeel.

Onze controle bestond verder onder andere uit:

  • Het in reactie op de ingeschatte risico’s uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel;

  • Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderneming;

  • Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de raad van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

  • Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen;

  • Het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen;

Communicatie

Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Wij bevestigen aan de raad van commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met de raad van commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.

  

Den Haag, 30 maart 2023

  

Ernst & Young Accountants LLP

  

w.g. S.B. Spiessens RA